Je had bijna een vergrootglas nodig om ze te kunnen ontdekken bij de opgravingen bij de Noorse plaats Hov.
Vijf piepkleine goudplaatjes, niet groter dan een postzegel en flinterdun, zijn gevonden door Noorse archeologen. Ondanks hun kleine formaat waren ze versierd met motieven die erop waren gestempeld, veelal van een man en een vrouw met verschillende soorten kleding, sieraden en kapsels, aldus de archeologen.
Het team groef de goudplaatjes zorgvuldig uit. Ze doen denken aan de goudplaatjes uit de Germaanse ijzertijd – in Noorwegen de Merovingische periode genoemd – die rond 550 n.Chr. begon en doorliep tot in de Vikingtijd.
Bij eerdere opgravingen hebben archeologen 30 goudplaatjes gevonden in Hov en ze vermoeden dat er ooit een heidense tempel was – een heidens ‘hof’ – waar offers werden gebracht.
Waren de goudplaatjes toegangskaarten?
De archeologen zeiden wel dat ze niet al te teleurgesteld zouden zijn als ze nu geen goudplaatjes zouden vinden – tot er iets schitterde in de grond.
‘Er klonk een enorm gejuich,’ zegt archeologe Kathrine Stene van de Universiteit van Oslo. ‘Veel spectaculairder dan dit kan bijna niet.’
Ze leidt de opgravingen, die al de hele zomer en in de herfst aan de gang zijn als onderdeel van de werkzaamheden aan een snelweg.

De vijf gouden platen die zijn gevonden bij de Noorse plaats Hov. Het detailniveau is hoog gezien het kleine formaat.
Drie goudplaatjes werden gevonden op de plek waar ooit de muur van het hof stond. De andere twee werden gevonden in paalgaten.
Het vinden van een goudplaatje is op zich al spectaculair, maar deze vijf zijn bijzonder: ze werden gevonden en opgegraven op de plek waar ze waarschijnlijk ooit lagen.
‘Het is echt geweldig dat we de goudplaatjes kunnen linken aan de verschillende delen van de constructie van het gebouw,’ zegt Kathrine Stene.
Een theorie luidde dat de goudplaatjes een soort toegangskaartje voor de tempel waren. Maar dan zouden ze niet onder een muur zijn beland.
Nu denken de archeologen dat ze daar geplaatst zijn in een rituele handeling om het gebouw te beschermen.

Kathrine Stene, die de opgravingen leidt, laat een van de goudplaatjes zien.
Tempel kan 400 jaar in gebruik zijn geweest
De tempel in Hov werd in 1993 bij toeval ontdekt. Landschapsbeheerder Harald Jacobsen reed over de weg E6 en keek om zich heen.
Hij dacht culturele lagen in het landschap te zien: grond die wordt gekenmerkt door sporen van menselijke activiteit. Een klein onderzoek gaf hem gelijk en de vondst van twee goudplaatjes gaf aan dat dit geen gewone plek was.
Er is echter nog veel dat de archeologen niet zeker weten over de oude tempel. Ze denken bijvoorbeeld dat het hof in gebruik was van ongeveer 600 tot de 12e eeuw, maar in de herfst en winter zullen koolstof 14-dateringen uitwijzen of dit klopt.
Ze denken ook dat het gebouw puur religieus was.
‘Dit was waarschijnlijk niet de plek waar ze hun feesten hielden. Ze hadden vast ook een grotere zaal, maar misschien hielden ze hier drinkceremonies. En mogelijk mocht alleen een selecte kring van de samenleving, de elite, hier naar binnen,’ vertelt Kathrine Stene.
Goudplaatjes zijn de afgelopen eeuwen ook elders in Scandinavië gevonden. Op het Deense eiland Bornholm zijn volgens de laatste cijfers uit 2019 wel 2708 van de in totaal 3243 goudplaatjes in Scandinavië gevonden.