Yukon Government

Indianen smeerden pijlen in met afscheiding van beverbips

Canadese archeologen breken zich het hoofd over een 6000 jaar oude pijl. De indianen hadden hem ingesmeerd met een goedje uit de beveranus.

Nu het ijs in de Canadese regio Yukon smelt, komen er steeds meer oude vondsten uit de gletsjers te voorschijn. In 2018 vonden archeologen een pijl die 6000 jaar geleden werd gebruikt door voorouders van de indianen.

Deskundigen van het Canadian Conservation Institute in Ottawa die de pijl onderzochten, vonden op verschillende plaatsen een kleverige roodgele substantie, die ze aanvankelijk niet konden identificeren.

Aanvankelijk dachten de Canadese deskundigen dat de jagers rode oker op de pijl hadden gesmeerd om hem te versieren. Maar nader onderzoek wees uit dat de kleverige massa castoreum was, een goedje dat bevers afscheiden uit twee kleine anale klieren.

De pijl werd in 2018 gevonden in het noordwesten van Canada.

© Google Maps

Bevergeil was een wondermiddel

Castoreum, of bevergeil, is door de geschiedenis heen beschouwd als een wondermiddel. Het zou van alles kunnen genezen, van buikpijn tot reuma, en als iemand wat hulp nodig had bij het vrijen, schreven kruidenvrouwtjes de afscheiding voor als een soort Viagra.

Waarom de pijl was ingesmeerd met castoreum is nog niet duidelijk. Wetenschappers denken dat het kan zijn geweest om de pijl te versterken, die bestond uit drie rechte berkentakken die aan elkaar waren geplakt. De indianen hadden het goedje over de bevestigingen gesmeerd.

De onderzoekers willen echter nog niet uitsluiten dat de afscheiding een religieuze betekenis had of gewoon als versiering werd gebruikt.