Volgens Canadese onderzoekers begroeven Inca’s in Peru 500 jaar geleden vijf lama’s levend. De lama’s werden gevonden bij opgravingen in Tambo Viejo, een vallei 800 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Lima.
De dieren waren versierd met kleurrijke koorden en zijn kennelijk niet gedood voordat ze in het graf belandden.
‘Ik kan niet bewijzen dat ze levend zijn begraven, maar naar het ziet er wel sterk naar uit,’ zei een van de deelnemers aan de opgraving, archeoloog Lidio Valdez van de universiteit van Calgary in Canada.
Honderden dieren werden geofferd
Voor de Inca’s waren lama’s niet alleen essentieel als vervoermiddel en voedsel, de dieren werden ook als heilig beschouwd. De Spanjaarden, die het Incarijk in 1533 veroverden, hebben ooggetuigenverslagen nagelaten van religieuze feesten waarbij de Inca’s honderden lama’s aan hun goden offerden.
De keel van de lama’s werd doorgesneden en ze werden geslacht en opgegeten. De vijf goed bewaarde lama’s van Tambo Viejo zijn tot nu toe de enige uitzondering op die handelswijze.
Vondst doet denken aan offers van Incakinderen
Volgens de Spaanse veroveraars offerden de Inca’s kinderen op dezelfde manier: met hun armen en benen aan elkaar gebonden, werden ze levend ingemetseld.
De lama’s van Tambo Viejo lagen onder de lemen vloer van een gebouw met vastgebonden poten en de kop naar het oosten, vermoedelijk ter ere van de zonnegod, die elke ochtend aan de horizon verscheen.