Wetenschappers hebben verschillende methoden om de ouderdom van archeologische voorwerpen te schatten.
De oudste methode is relatieve datering, waarbij een globale – zij het vrij onnauwkeurige – schatting wordt gemaakt, bijvoorbeeld door nieuwe vondsten te vergelijken met eerdere vondsten waarvan de ouderdom bekend is.
Archeologen kunnen ook naar de bodemlagen kijken. De oudste voorwerpen liggen meestal onderop, en zo kunnen onderzoekers vondsten uit verschillende perioden ten opzichte van elkaar dateren. Deze methode werd bijvoorbeeld gebruikt om de antieke stad Troje te dateren.