Wetenschappers bestuderen de grot, die uit een reeks spelonken bestaat, al jaren.
Tijdens de opgraving vonden ze voorwerpen uit de 2e tot 4e eeuw – toen het gebied tot het Romeinse Rijk behoorde.
Ze vonden meer dan 120 olielampen in smalle, diepe spleten in de wand van de grootste grot. Tussen de lampen lagen wapens en menselijke schedels.
De lampen zaten zo diep in de spleten dat archeologen ze eruit moesten vissen met haken die bevestigd waren op lange stokken.
‘Dat deze lampen diep weggestopt waren in de verborgen en moeilijk bereikbare spleten suggereert dat het verlichten van de donkere grot niet hun enige doel was,’ schrijven de onderzoekers.
De doden voorspelden de toekomst
Volgens hen is de verklaring dat de grot diende als nekyomanteion, een portaal naar de onderwereld waar mensen bijeenkwamen om met de doden te praten en kennis over de toekomst te krijgen.
Tijdens dat ritueel moest een jonge jongen de vormen die de olielampen op de donkere grot projecteerden observeren en interpreteren.
De seancedeelnemers werden beschermd door wapens.
Historische bronnen vertellen ons dat men in die tijd geloofde dat geesten bang waren voor metaal. Vooral brons en ijzer zouden ongewenste geesten wegjagen.
In verslagen uit 1873 staat dat de bevolking de grot als heilig beschouwde. Zo schreef men geneeskrachtige eigenschappen toe aan water uit een bron in de grot, weten ze te melden.