Nieuwe opgravingen en analyses door het British Museum duiden erop dat de oude Soemeriërs rond 2000 v.Chr. een waterkanaal uitvonden dat hun stad Girsu in Zuid-Irak moest behoeden voor de ondergang.
Het kanaal maakte gebruik van technieken waarvan wetenschappers dachten dat ze pas 3500 jaar later ontdekt waren.
De mysterieuze structuur werd al in de jaren 1920 ontdekt, maar toen zagen archeologen er de overblijfselen van een vreemd gevormde tempel in. En nu, 100 jaar later, denken onderzoekers van het nieuwe Girsu-project dat ze de ware functie van het 40 meter lange lemen bouwwerk hebben ontdekt.
Het team beschrijft het bouwwerk als een wanhopige poging om de dorre woestijn te bewateren. De leefwijze van de Soemeriërs werd bedreigd omdat hun kanalen begonnen op te drogen.
‘Mensen zagen de kanalen één voor één uitdrogen en dichtslibben,’ zegt archeoloog en projectmanager dr. Sébastien Rey tegen The Telegraph. Hij beschrijft de vondst van Girsu als een ‘antidroogtemachine’.
Volgens Ebru Torun, architect en conservator bij het British Museum, is het meest verrassende aan het bouwwerk dat er technologie en kennis voor werden toegepast waarvan archeologen dachten dat die niet voor de 18e eeuw bestonden.
‘Het is absoluut uniek. Er is geen enkel ander voorbeeld van in de geschiedenis.’

Gezien de ouderdom van meer dan 4000 jaar is de lemen structuur indrukwekkend gaaf.
Ook de oudste brug op aarde
Archeologen vermoedden al in 2018 dat het bouwwerk geen tempel was toen ze met drones over het gebied vlogen en zich realiseerden dat de structuur vlak naast een 19 kilometer lang oud kanaal lag. Nader onderzoek wees uit dat het inderdaad geen tempel was, maar een brug van 4000 jaar oud: de oudste brug is die ooit is gevonden.
Het bouwwerk was echter veel meer dan een brug. Het geheel bestond uit twee symmetrisch gekromde structuren van ongeveer 40 meter lang, 10 meter breed en 3 meter hoog, met de bolle kanten naar elkaar toegekeerd.
Het doel was om het 30 meter brede kanaal door een 4 meter brede doorgang te leiden om het zogeheten ‘venturi-effect’ te bereiken, waarbij de snelheid van een vloeistof toeneemt als die door een vernauwing gaat. Het is hetzelfde principe als wanneer je je vinger over de helft van de opening van een waterslang houdt.

Een digitale reconstructie laat zien hoe de brug met de kanaalversmalling eruit zou hebben gezien.
De Soemeriërs wilden die waterslangtruc toepassen op een veel grotere schaal. Het doel was om het water zo ver mogelijk de dorre woestijn in te leiden – al werd het venturi-effect pas in 1797 ontdekt en beschreven door de Italiaanse wetenschapper Giovanni Battista Venturi.
Soemeriërs hadden water en voedsel nodig voor steden
De Soemerische beschaving was gebouwd rond een stelsel dat water van de rivieren de Tigris en de Eufraat naar kanalen leidde om hun velden te irrigeren. Hierdoor konden ze genoeg voedsel produceren voor hun steden. Hiertoe behoorde ook de stad Uruk, die rond 3100 v.Chr. met 90.000 inwoners de grootste stad ter wereld was.
Er zijn veel oude Soemerische geschriften gevonden die complexe offerrituelen beschrijven ter ere van vruchtbaarheids- en watergoden. Dieren werden geofferd om goddelijke hulp te ontvangen, terwijl vloeistoffen als water of bier over de aarde werden gegoten om haar symbolisch te voeden.
Rond 2000 v.Chr. reageerden de goden echter niet meer op de Soemerische rituelen. Stenen tabletten die in Girsu zijn gevonden, beschrijven watercrises en doemscenario’s in deze periode.
Archeologen nemen daarom aan dat het bouwwerk in Girsu werd gebouwd in een poging om te voorkomen dat de stad onbewoonbaar zou worden. Helaas was het slimme systeem kennelijk niet genoeg, want Girsu werd vanaf 2000 v.Chr. minder belangrijk.