OeAW/Daniel Hinterramskogler & Hans Reschreiter/NHMW
Hallstatt, zoutmijn, parasieten

DNA in 3000 jaar oude uitwerpselen duidt op parasietenplaag

DNA van 3000 jaar oude uitwerpselen uit de Hallstatt-mijn in Oostenrijk laat zien dat de mijnwerkers spoelwormen en zweepwormen in hun darmen hadden. Maar wonderlijker is de afwezigheid van één parasiet.

Het wroeten in lagen 3000 jaar oude uitwerpselen klinkt als een ondankbare taak. Maar voor een team onderzoekers zijn de stapels menselijke resten in de zoutmijn in het Oostenrijkse Hallstatt een goudmijn.

Het gehalte aan parasieten in de uitwerpselen levert nieuwe inzichten op over het dieet en de levensstijl van die tijd. De analyses duiden erop dat de eetgewoonten van mensen uit de bronstijd verfijnder waren dan gedacht.

De uitwerpselen zijn afkomstig van mijnwerkers die zeker 3000 jaar geleden zout in Hallstatt delfden. De mijnwerkers poepten in de mijn, en dankzij een constante temperatuur van ongeveer 8 °C en een hoge concentratie zout zijn de resten bewaard gebleven.

Dankzij de goede conserveringsomstandigheden kunnen onderzoekers nu parasieten in de uitwerpselen onderzoeken met behulp van DNA- en eiwitanalyses.

Nieuwe tools bieden meer inzicht

‘Tot voor kort onderzochten wetenschappers de uitwerpselen van oermensen met een microscoop. Met de nieuwe instrumenten wordt de kennishorizon enorm verbreed,’ zegt Kerstin Kowarik van de Medische Universiteit van Wenen, die het onderzoek samen met de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen (ÖAW) en het Weense Natuurhistorisch Museum organiseert.

Bij het analyseren van 35 monsters ontdekten de onderzoekers onder andere dat besmettingen met spoel- en zweepwormen wijdverspreid waren.

Hallstatt, zoutmijn, bronstijd

Arbeiders uit de bronstijd zwoegden urenlang diep onder de grond. Uit vondsten blijkt dat de mijn 7000 jaar in gebruik was.

© D. Groebner - Hans Reschreiter - Naturhistorisches Museum Wien

De wormen verspreiden zich tussen mensen via de eitjes die met de ontlasting naar buiten komen. Besmetting vindt meestal plaats via de handen of voedsel.

Maar even interessant is de afwezigheid van bepaalde parasieten zoals lintwormen, die worden overgedragen via onbereid vlees zoals varkensvlees, rundvlees of vis.

Dit duidt erop dat de mijnwerkers hun voedsel gaar kookten of dat de dieren die ze aten geen lintwormen hadden.

Daarom bekijken de onderzoekers nu de kookgewoonten van de mijnwerkers, en ze zullen de resultaten ook vergelijken met soortgelijke bevindingen in Europa, aldus de ÖAW.