Shutterstock, Tees Archaeology
Dijbeen van opa, fluit

Dijbeen van opa werd een fluit

Analyses van botvondsten werpen nieuw licht op de grafgebruiken van de Britten. Tussen 3000 en 2000 v.Chr. dienden de botten van belangrijke personen of vijanden als grafgiften, zo wijst nieuw onderzoek uit.

Naar de huidige normen sprongen de Britten van de bronstijd op een bizarre manier om met de doden. Zo’n 4500 jaar geleden kregen die vaak een of meer botten van een ander mee het graf in.

Met behulp van koolstof 14-analyses stelden Britse onderzoekers vast dat sommige botten een stuk ouder zijn dan degene bij wie ze in het graf lagen.

Dit Britse bronstijdgraf bevatte een volledig lichaam plus twee schedels en een paar botten van andere doden. De extra botten zijn afkomstig van mensen die veel eerder stierven dan degene van wie het graf was.

© Tees Archaeology

Botten als relikwieën

‘Bronstijdmensen lijken de beenderen van belangrijke personen te hebben tentoongesteld. Het ging om familieleden, vrienden of wellicht vijanden. De botten waren een soort relikwieën die de herinnering aan de dode levend hielden,’ aldus een van de onderzoekers, professor Thomas Booth van de universiteit van Bristol.

CT-scans laten zien dat de botten zorgvuldig gereinigd zijn, bijvoorbeeld door het lijk op een vuur te verbranden of de botten een tijdje te begraven.

Het dijbeenbot is uitgehold en had oorspronkelijk gaatjes om de tonen te maken met de vingers. Het werd in een 4500 jaar oud graf nabij Stonehenge gevonden.

© Wiltshire Museum

Skeletten werden tentoongesteld

Professor Joanna Brück, een van de onderzoekers, legt uit:

‘Terwijl sommige botten als grafgiften dienden, werden andere onder de vloer in het huis van de familie bewaard of zelfs tentoongesteld in het huis.’

Bij een bijzonder macaber geval werd een dijbeen van een voorouder zelfs als fluit gebruikt, volgens de onderzoekers.

Deze vondst werd gedaan bij de beroemde stenen cirkel van Stonehenge in Zuid-Engeland.

‘Er zijn aanwijzingen dat mensenbotten in de bronstijd niet met hetzelfde respect behandeld werden als nu,’ aldus Brück.