Maar weinig Europese ontdekkingsreizigers wagen zich begin 19e eeuw in het islamitische Midden-Oosten aan het zoeken naar sporen van oude culturen. Maar de Zwitser Johann Ludwig Burckhardt spreekt vloeiend Arabisch, en met de hulp van lokale gidsen vindt hij de mythische stad Petra in augustus 1812 in de woestijn.
Dit is het verhaal van de bloeitijd en val van Petra – en de herontdekking van het vergeten wereldwonder.
In de smalle kloof, de siq, horen Johann Ludwig Burckhardt en zijn reisgezelschap niets dan het suizen van de wind en de echo van hun eigen voetstappen. Op enkele plekken is de donkere doorgang slechts een paar meter breed en de wanden steken wel 80 meter boven hun hoofden uit.
De Zwitserse avonturier is ervan overtuigd dat Petra, de verdwenen stad van de Nabateeërs, aan het eind van de kloof ligt die door het barre berggebied bij Wadi Musa in het huidige Jordanië loopt. Maar volgens lokale gidsen wordt het gebied bevolkt door kwade geesten en staan er alleen heidense gebouwen.

Johann Ludwig Burckhardt (1784-1817) was een Zwitserse ontdekkingsreiziger. Hij ontdekte niet alleen Petra, maar ook de tempels van Aboe Simbel aan de Nijl.
Onder de naam Sheik Ibrahim Ibn Abdallah is de 28-jarige Burckhardt, als Arabier gekleed, op weg van Damascus in Syrië naar Egypte. De Zwitser heeft zich goed voorbereid. Aan universiteiten in Engeland en Syrië heeft hij het Arabisch, de islam en gewoonten en tradities van het Midden-Oosten bestudeerd.
Door lange wandelingen tijdens een Britse hittegolf wende hij zich aan het klimaat in het Midden-Oosten. En door een dieet van water en groente aan te houden meende hij dat een hongergevoel hem niet zou overvallen.
Burckhardt had moeite om mensen mee te krijgen, en gebruikte een list. In een Bijbeltekst had hij gelezen dat Petra bij het graf van de profeet Aäron lag. De Zwitser kocht een geit en vertelde zijn reisgenoten dat hij beloofd had deze op het graf te offeren. Ze geloofden zijn verhaal, maar gingen met tegenzin mee.
‘Het was een van de fraaiste antieke ruïnes’. Johann Ludwig Burckhardt
De reis door de onherbergzame siq lijkt eindeloos, maar na een half uur lopen doemen er in de verte rode zuilen en een paar beelden op. De kloof wordt breder en laat de zonnestralen binnen. Wanneer zijn ogen aan het scherpe licht zijn gewend, blijft Burckhardt staan, gebiologeerd door wat hij ziet.
‘In de tegenoverliggende rotswand verrees een uitgehakt mausoleum. De ligging en de schoonheid ervan waren bedoeld om een bijzondere indruk te maken op reizigers. Het was een van de fraaiste antieke ruïnes, en het gebouw was zo goed bewaard gebleven dat het leek alsof het pas gebouwd was. Toen ik dichterbij kwam, kon ik zien hoeveel moeite de bouw moet hebben gekost,’ aldus Burckhardt later in de beschrijving van zijn bijzondere ontdekking.
Petra was 600 jaar lang vergeten
De avonturier had zijn doel bereikt. Als eerste Europeaan in meer dan 600 jaar stond hij op 22 augustus 1812 voor de ingang van het legendarische Petra. Uit angst dat hij zou worden aangezien voor een schatjager, verborg hij zijn enthousiasme. Het gezelschap liet het imposante monument snel achter zich en liep verder langs een groot amfitheater, dat ook in de rotsen was uitgehakt.
Van een afstand bewonderde Burckhardt een aantal graftombes met grootse façades en indrukwekkende tempels. Bij het vallen van de avond bereikte hij de berg waar de schrijn van Aäron op zou staan. Hier moest hij de geit offeren voor de groep weer zou vertrekken.
Burckhardt brandde van nieuwsgierigheid, maar hij kon zelf geen onderzoek doen of notities maken uit angst dat zijn echte identiteit bekend zou worden. Hij had er echter alle vertrouwen in dat reizigers in de toekomst de plek wel in alle openheid konden bezoeken. De lokale bevolking zou gewend raken aan wetenschappers en de ruïnes in Wadi Musa zouden erkend worden als een van de allermooiste voorbeelden van antieke kunst ter wereld.
Hoofdstad van de Nabateeërs
Petra werd door een Arabisch nomadenvolk, de Nabateeërs, gesticht. In het begin vormden de steile en diepe kloven een natuurlijke vesting waarin de nomaden zich terug konden trekken. Geleidelijkaan groeide Petra uit tot een grote stad, die de hoofdstad van het Nabatese gebied werd. In de 2e eeuw v.Chr. was de stad het machtigst en woonden er zo’n 20.000 mensen.
Zelfs Damascus, een van de oudste steden ter wereld, genoot bescherming van Petra.
Handel maakte stad steenrijk
De Nabateeërs dankten het succes vooral aan hun handelsgeest. Ze hadden de grote handelsroutes in handen, die via het Sinaï-schiereiland naar Alexandrië in Egypte en het Arabische Schiereiland liepen. Volgens Griekse historici uit de oudheid waren Nabatese karavanen zo groot als legers.
De handelaren brachten allerlei waren vanuit het oosten naar de grote markten in Griekenland en het Romeinse Rijk, zoals asfalt uit de Dode Zee – gewild in de Egyptische mummie-industrie –, wierook, specerijen en kostbare luxeproducten.
De handel bracht de stad niet alleen grote rijkdom, er ontstond ook een culturele uitwisseling tussen Oost en West, wat te zien is aan verschillende indrukwekkende grafmonumenten. Een van de beste voorbeelden is het mausoleum dat Burckhardt zo vol bewondering had beschreven. De Schatkamer, zoals het gebouw tegenwoordig wordt genoemd, is in Grieks-hellenistische stijl gebouwd.
Het lijkt een koningsgraf van omstreeks het jaar nul en is waarschijnlijk gebouwd voor koning Aretas IV, die heerste van 9 v.Chr. tot 40 n.Chr. Hij heeft in Petra ook andere grote gebouwen laten neerzetten, zoals de hoofdtempel en het Romeins aandoende amfitheater, dat plaats bood aan 4000 toeschouwers.
De versierde gevel van de Schatkamer van bijna 40 meter – in de derde Indiana Jones-film te zien – is zwaar beschadigd, en niet alleen door de tand des tijds. De bedoeïenen vatten eeuwen lang de naam letterlijk op en beschoten de hoogste urn op de façade in de veronderstelling dat die een schat bevatte.
Zoals het merendeel van de bewaard gebleven tombes en monumenten van Petra is de Schatkamer uitgehakt in de rode zandsteenrotsen die het gebied domineren. De naam van de stad had niet toepasselijker kunnen zijn: ‘petra’ is Grieks voor ‘steen’.
Kaart van Petra

De Siq
De schatkamer
De dodenstad
De koningsgraven
Het amfitheater
De grote tempel
Het klooster
De grootste monumenten van Petra
2000 jaar geleden was Petra een drukke stad met 20.000 inwoners. De dalen waren dichtbebouwd, maar nu zijn bijna alleen nog de kenmerkende, in zandsteenrotsen uitgehakte façades over.

De Siq
De Siq is een smalle doorgang door een 80 meter diepe kloof en de enige toegang tot de geïsoleerde woestijnstad.

De schatkamer
De schatkamer is in werkelijkheid een mausoleum voor een koning van zo’n 2000 jaar geleden. Nu is dit de bekendste façade van de stad.

De dodenstad
De dodenstad neemt een hele bergwand in. Een wirwar van natuurlijke en uitgehakte grotten werd eeuwen als grafkamer gebruikt voor Nabateeërs uit de onderlaag van de bevolking.

De koningsgraven
De koningsgraven hebben rijkversierde gevels en zijn 40 tot 50 meter hoog. In de hoogtijdagen, rond de geboorte van Jezus, werd hier de adellijke elite te ruste gelegd.

Het amfitheater
Het amfitheater is naar Romeins voorbeeld gebouwd. De tribunes zijn in de zandsteenrots uitgehakt en bieden plaats aan 4000 toeschouwers.

De grote tempel
De grote tempel beslaat enkele duizenden vierkante meters in het centrale dal. Met zijn honderden zuilen was de tempel het grootste bouwwerk van Petra.

Het klooster
Het klooster ligt wat afgelegen. Het is gebouwd nadat de Romeinen in 106 n.Chr. de macht in het gebied hadden gegrepen.
Alles is in rotsen uitgehakt
De versierde façades zijn nu de grootste bezienswaardigheid van Petra, maar 2000 jaar geleden stond de kloof vol met huizen, waarin de Nabateeërs woonden en werkten. Maar om te kunnen overleven in de woestijn hadden de 20.000 bewoners en duizenden reizigers vanuit de hele wereld meer nodig dan kunstzinnigheid en handelstalent alleen.
De Nabateeërs ontwikkelden onder meer een geavanceerd buizen- en kanalenstelsel dat het spaarzame regenwater en het bronwater uit het gebied opving en naar reservoirs op verschillende locaties in de stad voerde. Deze watervoorziening werkte zo goed dat de Nabateeërs in de woestijn landbouw konden bedrijven en in staat waren hun eigen graan en vruchten te telen.
Romeinen nemen het gezag over
Door de geïsoleerde ligging was Petra goed te verdedigen. Vanaf 300 v.Chr. probeerden Griekse legers vergeefs de stad in te nemen. Pas toen de Romeinen zich rond 100 n.Chr. in het gebied vestigden, gaven de Nabateeërs zich gewonnen. In 106 werd het koninkrijk bij de Romeinse provincie Arabia ingelijfd.
Bosra, de tweede belangrijke Nabatese stad, werd de nieuwe hoofdstad van het gebied, en de Romeinen richtten zich ver van Petra op nieuwe handelsroutes.
Tijdlijn: Stad was eeuwen vergeten
Petra, 2000 jaar terug een drukke handelsstad, is nu de grootste toeristische trekpleister in Jordanië.
- 1500 v.Chr.: De eerste inwoners vestigen zich in de nauwe dalen.
- 6e eeuw v.Chr.: De Nabateeërs richten hun eerste nederzettingen op.
- 4e eeuw v.Chr.: Vergeefs proberen Griekse legers de stad in te nemen.
- 2e eeuw v.Chr.: Petra telt 20.000 inwoners en beleeft een bloeiperiode.
- 106 n.Chr.: De Romeinen veroveren de stad en lijven haar in.
- 363: Een aardbeving verwoest Petra grotendeels.
- 1098: De kruisridders nemen Petra in en bouwen een burcht.
- 13e eeuw: Egyptische bronnen verhalen over de nu verlaten stad.
- 1812: De ontdekkingsreiziger Burckhardt herontdekt Petra.
- 1985: De VN zetten Petra op de Werelderfgoedlijst.
- 2007: Circa 100 miljoen mensen van over de hele wereld nemen deel aan de stemming over de nieuwe zeven wereldwonderen. De oude stad Petra krijgt een plaats op de lijst.
Aardbeving verdreef bewoners
Hoewel de woestijnstad ernstig was verzwakt, bleef zij bestaan en de inwoners hakten nog steeds grote monumenten uit de rotsen. Een voorbeeld hiervan is het Klooster, dat op een grote berg hoog boven de stad uittorent. Het religieuze gebouw werd begin 2e eeuw gebouwd. De indrukwekkende gevel van 45 bij 42 meter is een van de meest gefotografeerde in het gebied.

De Schotse schilder David Roberts maakte in 1838-1839 een rondreis langs o.a. Alexandrië, Caïro, de Golf van Suez, Petra, Palestina en Jeruzalem. Deze tekening maakte hij ter plaatse tijdens zijn bezoek aan de woestijnstad Petra.
Aan het eind van de 4e eeuw werd Petra weer hoofdstad, nu van de nieuwe Romeinse provincie Palestina Tertia.
Toen het christendom naar het gebied kwam werd de stad een bisdom en werden vele heidense tempels, waaronder het Klooster, omgebouwd tot kerk. Maar de stad kreeg nooit meer de betekenis van weleer. Bovendien liep het aantal inwoners in de eeuwen daarna door verwoestende aardbevingen verder terug, en toen het gebied in de 6e eeuw islamitisch werd, was Petra nog maar een schim van zichzelf.
De stad raakte in de vergetelheid. In geschiedkundige middeleeuwse bronnen wordt ze alleen genoemd omdat Europese kruisvaarders er rond 1100 een burcht bouwden, die ze echter snel verlieten.
Arabieren namen het schrift over

Op veel plekken in Petra is het Nabatese schrift op rotsen te zien.
Anderen lieten zich inspireren door het Nabatese alfabet
De Nabatese cultuur is lang geleden verloren gegaan, maar de taal leeft voort.
Muren en rotsen in Petra en de rest van het Nabatese gebied staan vol inscripties. De teksten, belangrijke bronnen voor de geschiedenis van het gebied, zijn geschreven in het lokale alfabet, een Aramees schrift, dat in het hele gebied van de Nabateeërs voorkwam.
Eeuwen nadat de Nabateeërs hun leidende positie waren kwijtgeraakt, was hun beschaving zo goed als vergeten, maar een moderne versie van hun schrift werd ineens belangrijk. Dit nieuwe Arabische schrift werd gebruikt om de openbaringen van Mohammed in de Koran op te schrijven. Als gevolg van de moslimveroveringen van het Verre Oosten tot aan de Atlantische Oceaan werd het Nabatese schrift in veel talen opgenomen.
Ondanks haar neergang riep de naam Petra een sfeer van mystiek en grootsheid op. Reden genoeg voor Burckhardt om begin 19e eeuw op zoek te gaan naar deze vergeten stad. Zijn vage beschrijvingen van de plek sloten goed aan bij de romantische tijdgeest en al rond 1830 was een bezoek aan de ruïnestad een must voor jonge, belezen Europeanen die voor hun culturele vorming naar het Midden-Oosten gingen.
De fascinatie voor Petra drukte ook een stempel op de literatuur uit die tijd. Aan de pen van de Engelse dichter John William Burgon, die de stad nooit had bezocht maar alleen kende van tekeningen en schilderijen, ontsproot een van de meest invloedrijke beschrijvingen. In 1840 noemde hij Petra poëtisch ‘een rozenrode stad, half zo oud als de tijd’.

Petra ligt in een onherbergzaam gebied. Eeuwenlang was het ooit zo levendige handelscentrum verlaten, maar nu bezoeken dagelijks duizenden mensen de stad.
Zoals Burckhardt al had voorzien, kregen wetenschappers steeds meer mogelijkheden om in Petra onderzoek te doen. Uit de hele wereld stroomden archeologen toe om de monumenten en graven te registreren, te meten en uitvoerig te beschrijven.
Ze richten hun aandacht steeds meer op het handjevol bewaard gebleven woningen. Hoewel tot dusver slechts de bovenste laag is blootgelegd, hebben ze nu een redelijk beeld van het leven in de stad gekregen.
Toch bevat het doolhof aan zandsteenformaties in de barre woestijn nog steeds veel mysteries. Dat is een reden temeer dat de rozenrode bouwwerken nu meer bezoekers trekken dan ooit.
Met duizenden tegelijk treden ze vol verwachting in Burckhardts voetsporen. Als dan plotseling de Schatkamer in alle glorie voor hen oprijst, kunnen ze alleen maar zuchten van bewondering.