De 66-jarige Peter Astley had zijn metaaldetector nog maar een jaar toen hij hem onlangs meenam naar een groepszoektocht bij Ashcombe Park Hall in Staffordshire in Engeland.
Astley zonderde zich af van de rest en ging in zijn eentje in een ander veld zoeken.
En dat was een gouden greep:
‘Ik kreeg een signaal en sloeg aan het graven. Er kwam een klompje tevoorschijn, dat ik uit elkaar trok, en ik keek naar de beeldzijde van een met de hand geslagen gouden munt, die schitterde in het zonlicht.’
Het bleken twee gouden munten uit de tijd van Hendrik VIII te zijn, die aan elkaar vast zaten, en al snel volgden er nog zeven soortgelijke munten.
Hoe de munten in de grond bij Ashcombe Park Hall zijn beland, weet niemand, maar er heeft ooit een klooster gestaan, en de munten zijn mogelijk begraven toen Hendrik VIII de kloosters sloot en hun bezittingen in beslag nam.
Potentieel zeer waardevol
Peter Astley heeft, zoals de Engelse wet voorschrijft, zijn vondst gemeld bij de autoriteiten
Die gaan nu beoordelen of een plaatselijk museum het eerste recht moet krijgen om de munten te kopen.
Als Peter Astley de munten mag houden, kan hij ze zelf verkopen.
Peter Astley toont trots zijn schat: na nog geen jaar met een metaaldetector te hebben rondgelopen, deed hij een vondst waar de meesten alleen maar van kunnen dromen.
Naar schatting zouden ze meer dan 30.000 euro opbrengen op een veiling.
De helft moet hij echter afstaan aan de eigenaar van het veld.