350 jaar oud ridderhart gevonden in graf van weduwe

Toen de Franse ridder Toussaint de Perrien zeven jaar voor zijn vrouw overleed, liet zij zijn hart balsemen om het mee te nemen in het graf als ze zelf zou sterven.

Aan de hand van de inscriptie op dit loden hart is vastgesteld dat het orgaan erin toebehoorde aan de overleden man van Louise de Quengo.

© Rozenn Colleter/INRAP

Al stierf de Franse edelvrouw Louise de Quengo in 1656, haar lichaam, kleding en schoenen zijn nog vrijwel intact.

Maar wat de archeologen nog meer verraste toen ze haar in een loden kist vonden, was het hartvormige loden doosje dat naast haar in het graf lag.

Want in dat doosje zat een gebalsemd mensenhart.

Begraven met hart van echtgenoot

Archeologen van het Franse nationale instituut voor conserverend archeologisch onderzoek (INRAP) onderzoeken momenteel 1380 graven in de plaats Rennes in het westen van Frankrijk.

De graven stammen allemaal uit de 15e tot en met de 19e eeuw, en in een daarvan doken Louise de Quengo en het gebalsemde hart op.

Volgens de inscriptie in het hartvormige doosje behoorde het hart de man van Louise de Quengo toe, de ridder Toussaint de Perrien.

Hij stierf zeven jaar eerder dan zijn vrouw, en de onderzoekers gaan ervan uit dat zijn hart uit zijn lichaam werd verwijderd voordat hij begraven werd, en dat Louise de Quengo het bewaarde tot ze zelf overleed.

Rechtsboven het goed bewaard gebleven lichaam van Louise de Quengo.

© Rozenn Colleter/INRAP

Spectaculaire vondst

De archeologen noemen de vondst van Louise de Quengo en het hart spectaculair. Vooral omdat een CT-scan heeft uitgewezen dat Louise de Quengo's eigen hart ontbreekt in haar lichaam.

Ze denken dat haar eigen hart bij haar man in het graf is gelegd.

En volgens Rozenn Colleter, die nieuw onderzoek naar de graven in Rennes verrichtte, moeten we het gebalsemde hart niet alleen zien als iets romantisch, maar ook als een buitenkans voor de wetenschap – het kan bijdragen aan nieuwe kennis over de begrafenisrituelen in Europa.