1300 jaar oude skeletten gevonden zonder voeten

Uit nieuwe opgravingen blijkt dat een Zuid-Amerikaans volk de voeten van familieleden afhakte en ze gebruikte als sieraden.

In totaal zijn er 16 skeletten gevonden waarvan de voeten na de dood werden verwijderd.

Bij opgravingen op een begraafplaats in het noorden van Peru zijn bewijzen aangetroffen voor een bloedig gebruik van de Moche-cultuur (100-750 n.Chr.). In totaal zijn er 23 skeletten gevonden uit de oude cultuur, waarvan bij 16 de voeten ontbreken. Onder hen zijn meerdere kinderen.

Voeten afsnijden was uiting van liefde

De voeten van overledenen afhakken was niet ongebruikelijk bij volkeren uit die tijd. Voor ons lijkt de praktijk misschien gewelddadig, maar voor de Moche was het een teken van liefde.

Doorgaans werden de voeten afgehakt door familieleden, die sieraden maakten van de beenderen. Het Moche-volk had geen schrift dus de bronnen zijn beperkt, maar de archeologen denken dat de sieraden een herinnering vormden aan de dode, en dat een moeder bijvoorbeeld beenderen droeg van haar overleden kind.

Ook eetlepels van mensenbotten

De Moche maakten ook gebruiksvoorwerpen van mensenbotten, zo blijkt uit de vondsten. In sommige graven lagen van menselijke beenderen gemaakte eetlepels. Ze werden mogelijk gebruikt bij grotere ceremoniën ter nagedachtenis aan de overledene.

De skeletten zijn niet precies gedateerd, maar de onderzoekers gaan ervan uit dat de begraafplaats uit de laatste periode van de Moche-cultuur stamt. Er zijn namelijk ook negen skeletten gevonden van de Chimù-cultuur, die de Moche-cultuur opvolgde na de val daarvan eind 8e eeuw. De Chimù-cultuur maakte in de 15e eeuw op haar beurt weer plaats voor de Inca’s.

De Moche-cultuur maakte sieraden als oorbellen en kettingen.