1. Kooplui hielden van koffiebonen
In de 16e eeuw kwamen er vaste handelsroutes tussen West-Afrika en de landen aan de Rode Zee, en koffie werd al gauw geliefd onder Arabische kooplui. Zij brachten de bonen van de Afrikaanse kust naar Jemen, waar de plaats Mokka de belangrijkste markt werd.

Arabische kooplui brachten koffie naar de haven van Mokka.
2. Turken veroverden koffiestad
In de middeleeuwen was het Ottomaanse Rijk sterk in opkomst, en het wist ook de koffie te veroveren.
De sultans van het huidige Turkije onderwierpen grote delen van de Arabische wereld, en in de 16e eeuw was Jemen aan de beurt.
Toen kregen de Ottomanen de grootste koffiemarkt ter wereld in handen. Ze importeerden de bonen, en in 1555 opende het eerste koffiehuis zijn deuren in Istanboel.
3. Debatten in het koffiehuis
Vóór de komst van de koffie speelde het sociale leven in Noord-Europa zich af in de kroeg. Het niveau daalde met de alcoholconsumptie.
Dat veranderde in de 17e eeuw: in nieuwe koffiehuizen ontstond een discussiecultuur. Nuchtere burgers bespraken onderwerpen van politiek tot wetenschap.

Rond 1650 opende het eerste koffiehuis in Londen. Het was een grote hit.
4. Koffie bracht de Franse vertering op gang
In Frankrijk was koffie meer dan een hulpmiddel voor een goed gesprek: de drank bevorderde de spijsvertering, zo dachten de Fransen. Koffie werd de perfecte afsluiting van de zware maaltijden van de Franse keuken. Het eerste café van Parijs ging in 1672 open, en al snel waren er honderden koffiehuizen in heel Frankrijk.

Koffiebonen vonden omstreeks 1670 hun weg naar Parijs.
5. Koffie werd betaalbaar
Het Europese koffieverbruik explodeerde eind 17e eeuw – net als de prijzen. Maar dankzij de kolonisatie van Zuid-Amerika, Azië en Afrika daalden de prijzen halverwege de 18e eeuw weer.
Met name in Brazilië werden enorme hoeveelheden koffiestruiken aangeplant, en Afrikaanse slaven moesten de bonen plukken.
Vanuit Zuid-Amerika kwam de koffie naar Europa, waar de drank goedkoper werd vanwege het grote aanbod. Al snel konden alle lagen van de maatschappij zich een dagelijks kopje koffie veroorloven.
6. Het Amerikaanse leger ging aan de oploskoffie
In de 19e eeuw was het grootste deel van de wereld aan de koffie. In industriële branderijen werden de bonen tot een bruikbaar product verwerkt, maar de consument moest zijn koffie nog wel zelf zetten.
In 1903 omarmde het Amerikaanse leger echter een Franse uitvinding: café instantané. Gedroogd koffie-extract in poedervorm werd in massaproductie genomen en sloeg meteen aan.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog steeg de koffieconsumptie van Amerikaanse soldaten met 3000 procent, en al snel kregen ook burgers de smaak van oploskoffie te pakken.

Na de oorlog werd oploskoffie een doorslaand succes in Europa en de VS.