1. Lachen om een ezel
Filosoof gaat dood van het lachen om een ezel

Volgens de historicus Diogenes Laërtius stierf de Griekse filosoof Chrysippos tijdens de Olympische Spelen van 208 v.Chr.
Hij zag daar een ezel vijgen eten en riep: ‘Geef die ezel toch wat goede wijn om de vijgen mee weg te spoelen!’ Daarna begon hij zo uitbundig te lachen dat hij omviel en overleed.
2. Drugsbeer
Zwarte beer at gesmokkelde drugs

Een zwarte beer uit Amerika werd in 1985 dood gevonden na een overdosis in de bossen van Georgia. De beer had 40 kilo cocaïne gegeten die door een drugskoerier uit een vliegtuig was gegooid.
De koerier – een voormale drugsagent – kon het zelf niet meer ophalen omdat hij omkwam tijdens een parachutesprong. De beer staat nu opgezet in een winkelcentrum in Lexington en heeft de bijnaam ‘Pablo Escobear’.
De horrorkomedie Cocaine Bear (2023) maakt dankbaar gebruik van het verhaal van deze pechvogel – alleen overlijdt de beer in de film niet aan een overdosis. Hij overleeft het ongelukkige voorval ... en raakt volledig de kluts kwijt.
🎞 Bekijk de filmtrailer hier:
Met de werkelijkheid heeft de film helemaal niets te maken, maar de recensies zijn lovend.
Als je op zoek bent naar een meer waarheidsgetrouwe weergave – en naar beelden van de echte, opgezette cocaïnebeer in het winkelcentrum Kentucky for Kentucky Fun Mall – neem dan hier een kijkje:
3. Telefooncelprank
Jongeren propten zichzelf in telefooncellen

Volgens een student moest ‘de onderste zijn best doen om lucht te krijgen’.
Op 20 maart 1956 vestigde een groep Zuid-Afrikaanse studenten een wereldrecord door 25 mensen in een telefooncel te proppen. Dit idee veroverde meerdere landen – vooral de VS, waar met name studenten aan de universiteit in een concurrentiestrijd belandden.
Het werd zo populair om jezelf in een telefooncel te proppen dat studenten gingen spijbelen om te oefenen en nieuwe technieken te bedenken.
Volgens een reportage van Time Magazine waren ze het erover eens dat ‘je het beste veel kleine, jonge studenten kon vinden en om een ervaren deelnemer te laten sturen hoe ze moesten stapelen’.
Tegen het eind van het jaar was de populaire rage al uitgedoofd, net zo snel als die ontstaan was. Het Zuid-Afrikaanse record van 25 mensen werd nooit officieel verbroken.
4. Pelsrage
Duitsers poseren met dode ijsbeer

In het boek Teddybär verzamelde Jean-Marie Donat 300 foto’s van Duitsers die met ‘ijsberen’ poseerden.
Berlin Zoo kreeg in het begin van de jaren 1920 twee ijsberen die enorm populair werden bij de inwoners van de stad.
De dierentuin huurde daarom mensen in ijsbeerkostuums in zodat de Duitsers konden betalen om op de foto te gaan met hun favoriete dier.
De beren waren zo populair dat de rage zich verspreidde over de rest van Duitsland, en al snel kon je in alle grote steden berenfoto’s laten nemen.
De beren werden vaak verhuurd voor feestelijke gelegenheden, waar mensen ze baby’s lieten dragen, een boswandeling lieten maken of voor hun nieuwe auto lieten poseren.
In vakantieoorden waren vaak ook ijsberen en fotografen aanwezig, zodat gasten op het strand met de ijsbeer op de foto konden.
De rage gedijde goed tijdens het nazitijdperk en bestond tot in de jaren 1960.
5. Huisdiersteen
Amerikaanse kinderen willen stenen als huisdieren

De huisdierstenenrage in de VS duurde zes maanden. Er werden circa 1,5 miljoen stenen verkocht.
Nadat hij zijn vrienden hoorde praten over hun geliefde huisdieren kreeg de reclameman Gary Dahl een fantastisch idee. Kinderen moesten een huisdier hebben waar iedereen op kon passen – een steen.
Dahl verzamelde duizenden stenen op het strand en stopte die in doosjes met ademgaatjes en een riempje, zodat de eigenaar een wandeling kon maken met zijn nieuwe beste vriend.
Het doosje bevatte ook een grappige handleiding met commando’s voor de steen. ‘Zit’ was bijvoorbeeld makkelijk voor de meeste stenen, maar bij ‘rol’ hadden ze wel wat hulp nodig.
De productie kostte bijna niets en de stenen werden bij de lancering in 1975 verkocht voor 3,95 dollar per stuk.
Het werd een enorme rage onder Amerikaanse kinderen, en Dahl was binnen een half jaar miljonair.
6. Tsarinnenvoorspel
Tsarinnen wilden graag gekieteld worden

Aan het Russische hof van de 18e eeuw hoorden veren bij seksualiteit, en machtige vrouwen als Catharina de Grote hadden fulltime voetenkietelaars.
Dit werk werd uitgevoerd door vrouwen en eunuchen, die de vrouwen met hun kietelkunsten in de stemming brachten als ze met hun man samen moesten zijn.
7. Slipjeshysterie
Studenten werden wild van slipjes

Mannelijke studenten laten hun ‘trofeeën’ zien. Vaak kregen de vrouwen hun slipjes terug.
In maart 1952 brak een groep mannelijke studenten van de Universiteit van Michigan in in de slaapzaal van de vrouwen om slipjes te stelen. De actie was een protest tegen de regel dat ze gescheiden van de vrouwen moesten slapen.
De stelen van slipjes werd al snel een landelijke plaag waar de vrouwen actief aan deelnamen: ze joelden als de mannen de slipjes, vaak met hun naam en telefoonnummer erin, kwamen terugbrengen.
De dieven liepen het risico dat ze van de universiteit werden gestuurd, maar de rage duurde toch tot in de jaren 1960.
In 1956 ontwikkelde het kattenkwaad zich op de universiteit van Californië echter tot een rel: 3000 mannelijke studenten sloegen deuren in, vernielden spullen en stalen alles wat ze maar konden vinden. Het kleine lokale politieteam kon er niets tegen beginnen, en de schade was gigantisch.
8. Circuslijk
Dode treinrover reisde 60 jaar lang rond

In 1911 werd de treinrover Elmer McCurdy doodgeschoten in Oklahoma. Niemand vroeg het lichaam op, dus balsemde de begrafenisondernemer het lijk en liet hij mensen betalen voor een kijkje.
Vijf jaar later vroegen twee mannen om het lichaam met de bewering dat ze McCurdy’s broers waren.
Maar eigenlijk wilden ze het lijk tentoonstellen in hun circus. 60 jaar lang werd het gehavende lijk doorverkocht en op het laatst dachten mensen dat het een pop was.
Pas in 1976 kwam de waarheid naar boven toen een arm van McCurdy eraf viel. De arme rover werd een jaar later begraven.
9. Deathride
Waaghalzen raceten met leeuwen in deathrides

Toeschouwers hielden hun adem in als de waaghals Ferald Egbert rondreed in zijn deathride met leeuw.
Een van de meest gestoorde verhalen stamt uit de jaren 1920: de deathride met leeuwen.
In het begin van de 20e eeuw trokken waaghalzen volle zalen door rond te rijden in deathrides: tonvormige pistes waar artiesten met motoren of auto’s recht op muren af reden.
In 1927 ontwikkelden Amerikaanse waaghalzen een act waarin ze in de deathride werden rondgejaagd door leeuwen. Ferald Egbert ging nog een stap verder. Hij monteerde een zijspan aan zijn raceauto waarin een getrainde leeuw zat.
De act ging razendsnel de hele wereld over, want om op een loodrechte muur af te rijden was één ding – om dat te doen met een brullende leeuw van 200 kilo in je zijspan gaat nog een stapje verder.
De levensgevaarlijke act werd snel overgenomen en was nog 40 jaar lang populair.
10. Seinbaviaan
Baviaan bediende treinseinen

De baviaan Jack werkte tot zijn dood in 1890 op het spoor.
Toen de Zuid-Afrikaanse spoorarbeider James Wide in de 19e eeuw zijn beide benen verloor, kreeg hij een onconventioneel idee.
Hij kocht een baviaan en leerde hem om hem in een karretje naar zijn werk te duwen. Maar de baviaan Jack leerde ook te seinen.
De enigszins sceptische spoorwegmaatschappij nam Jack in dienst en liet hem negen jaar lang de seinen bedienen – voor 20 cent per dag en een glas brandewijn.
Historia gaat het donker tegemoet met een glimlach! 😁
De donkere dagen zijn aangebroken, maar wij bestrijden regenbuien en kille avonden met een serie artikelen over humor en vermaak door de jaren heen.