Watertunnel bracht Maya-indianen naar dodenrijk

Onder een Maya-tempel in Mexico is een ondergrondse watertunnel ontdekt. Volgens onderzoekers moest die de ziel van overledenen naar het dodenrijk brengen.

De Tempel van de Inscripties wordt sinds 2012 onderzocht, maar pas in 2016 werd de ondergrondse watertunnel ontdekt.

© Jan Harenburg/Wikipedia

Het leven begint en eindigt met water. Dat waren gevleugelde woorden voor de Maya-indianen, en nu heeft een onderzoeksteam het bewijs gevonden dat de Maya's het ook letterlijk namen.

Onder een Maya-tempel – de zogeheten Tempel van de Inscripties – in het gebied Palenque in Mexico is namelijk een ondergrondse watertunnel ontdekt.

Grafkamer bij het water

De stenen tunnel is 60 centimeter breed en 90 centimeter lang. Hij loopt recht onder de grafkamer waar het Maya-stamhoofd Pacal begraven ligt. En dat is niet voor niets, zegt Arnoldo Gonzales, die de opgravingen in Palenque leidt:

'We hebben een inscriptie ontdekt die meldt dat een god de doden naar de onderwereld zal leiden door hen in het water te dompelen, opdat ze ontvangen kunnen worden. Daarom begroeven de Maya's Pacal zo dicht mogelijk bij water,' zegt hij.

De weg naar het dodenrijk

De onderzoekers gaan ervan uit dat de grafkamer van Pacal tussen 683 en 702 n.Chr. boven op een bron werd gebouwd. Vervolgens werd de tunnel aangelegd om het water onder de grafkamer door naar een breed pad voor de tempel te leiden. Zo kreeg de ziel van Pacal een rechtstreekse route naar het dodenrijk.

Pacal leidde de Maya's 68 jaar lang en is vooral bekend van een aantal opvallende inscripties en bouwwerken in Palenque.

De opgraving van de Tempel van de Inscripties is al vanaf 2012 aan de gang, en de archeologen hopen meer te weten te komen over de Maya's en hun cultuur.