Op 22 augustus 1791 was er een grote groep slaven bijeen voor een geheime ceremonie in het Bois Caiman in de Franse kolonie Saint-Domingue, het huidige Haïti.
De plechtigheid werd geleid door de boomlange slaaf Dutty Boukman. Hij kon lezen en had zich laten inspireren door de idealen van vrijheid en gelijkheid van de Franse Revolutie die twee jaar eerder was uitgebroken.
Aan zijn zijde had Boukman een priesteres die in Afrika geboren was. Zij had voorspeld dat Boukman en andere slaven een opstand zouden leiden, waarbij alle zwarten in Saint-Domingue voor altijd bevrijd zouden worden.
Tijdens het ritueel werd er een wild zwijn geofferd om de geest van het bos en de voorouders te symboliseren.
De voodoobijeenkomst in het Bois Caiman wordt in de Haïtiaanse traditie gezien als het begin van een slavenopstand die meer dan 10 jaar zou duren, al hechten moderne historici niet zo veel belang aan de gebeurtenis.

Van Haïti verspreidde voodoo zich naar het zuiden van de VS en naar Cuba en Brazilië.
Martelaarschap brengt eenheid
Rebellenleider Boukman sneuvelde kort nadat de opstand was uitgebroken. De Fransen toonden in de hele kolonie zijn hoofd in de hoop dat de opstandige slaven zouden inbinden als ze zagen dat hun aanvoerder dood was.
De strategie werkte echter averechts: Boukman kreeg de status van martelaar.
Hoewel ook andere factoren dan het rotsvaste geloof van de slaven een rol speelden – zo kampten de Fransen met tropische ziekten – wisten de rebellen uiteindelijk de Franse troepen te verslaan.
In 1804 werd de zelfstandige natie Haïti uitgeroepen: ’s werelds eerste zwarte republiek en het eerste voorbeeld van een geslaagde slavenopstand.
De koloniale mogendheden wensten een natie van slaven echter niet te erkennen. Haïti, dat nu geleid werd door een bovenklasse van mulatten, werd geboycot door de buitenwereld.
Zo weigerde het Vaticaan tot 1860 om katholieke priesters naar Haïti te sturen. Er werden geruchten verspreid over kannibalisme, zombies en seksuele uitspattingen, en voodoo werd neergezet als zwarte toverkunst.
In Hollywood is dat beeld nog springlevend. De beroemde voodoopoppen met naalden, die vaak op het witte doek voorbijkomen, hebben echter weinig met echte voodoo te maken.
Bij enkele rituelen werden inderdaad poppen gebruikt, maar bij hoge uitzondering. De poppen zijn wel gewild als verzamel-object of souvenir en vormen de kern van de commerciële ‘toeristenvoodoo’.

Vijanden kun je leed berokkenen door naalden in poppen te steken die op hen lijken.
Alledaags geloof in Haïti
Hoewel er binnen voodoo wel degelijk geloofd wordt in zombies en zwarte magie, is het nu vooral een alledaagse religie voor miljoenen mensen in Haïti, maar ook in de zuidelijke VS.
Na de revolutie emigreerden veel Haïtianen naar New Orleans en omstreken, waar ze hun eigen variant van voodoo ontwikkelden, vaak ‘hoodoo’ genoemd.
Dergelijke Afro-Amerikaanse religies komen ook in andere landen voor waar de bevolking grotendeels uit Afrika afkomstig is, zoals Cuba (santeria) en Brazilië (candomblé).
De naam vodou (zoals de Haïtianen het zelf schrijven; voodoo is de Engelse spelling) komt van het woord voor ‘geest’ van de Fon, een volk in het huidige Benin. Op Haïti wordt vaak de uitdrukking ‘de geesten dienen’ gebruikt in verband met voodoo.
Volgens de Haïtianen worden we omringd door allerlei geesten, loa genoemd, die allemaal hun eigen kenmerken hebben. Veel van deze geesten zijn gebaseerd op katholieke heiligen en hebben vergelijkbare eigenschappen.

Marie Laveau zou 1000 dollar hebben gekregen om een rechter uit New Orleans te helpen met zijn herverkiezing.
Gevreesde priesteres regeerde New Orleans
Marie Laveau was gevreesd en bemind doordat duizenden in haar magische krachten geloofden.
Marie Laveau was de meest legendarische voodoopriesteres aller tijden. Ze werd rond 1800 geboren in New Orleans als dochter van een blanke plantage-eigenaar en een zwarte vrouw.
Officieel was ze kapster, maar ze werd geliefd en gevreesd met haar geheime voodoorituelen. Laveau zag al op jonge leeftijd een kans om geld te verdienen aan voodoo, en ze had zowel zwarte als blanke klanten.
Jonge vrouwen die wilden trouwen, kochten bezweringen die een jongeman verliefd op hen moesten laten worden, terwijl politici haar hulp inriepen om rivalen uit de weg te ruimen of verkiezingen te winnen.
Toen Marie Laveau stierf, mogelijk in 1881, werd ze opgevolgd door haar gelijknamige dochter.
De twee voodookoninginnen worden vaak op één hoop gegooid in legendes, en in New Orleans worden talloze attracties aangeprezen als het huis, de tempel of het graf van Marie Laveau.
Zwarte kippen en sterke rum
De meeste voodooaanhangers zijn ook katholiek en kunnen dat prima combineren. Op het huisaltaar van gezinnen staan de christelijke heiligenbeelden zij aan zij met voodooamuletten en magische symbolen.
De gelovigen brengen elke dag offers als parfum, eten of sterkedrank aan hun lievelingsheiligen en -geesten.
Voodooceremoniën vinden plaats in speciale tempels, vaak eenvoudige hutten van palmbladeren, versierd met magische symbolen.
Tijdens de ceremoniën raakt de priester of priesteres met behulp van zang en tromgeroffel in de ban van de aangeroepen geest, loa, die zo met de gelovigen kan communiceren.
Een vrouwelijke loa die zich op deze manier openbaart, is Ezili Fweda, een ijdele dame met een lichte huid. Ze is dol op geschenken als parfum, champagne, sieraden en snoep.
Haar aartsrivale in de geestenwereld, die met haar zou wedijveren om dezelfde mannelijke loa, is de zwarte Ezili Dantò, die het liefst geschenken als varkens, zwarte kippen en sterke rum krijgt.
Een bijzonder gevaarlijke, mannelijke loa is bekend onder de veelzeggende naam Kriminèl. Hij draagt een dolk en kan worden overgehaald om magisch geweld te plegen.
Een ander kleurrijk personage is Baron Samedi (Baron Zaterdag), die begraafplaatsen bewaakt.
De angstaanjagende baron wordt vaak afgebeeld met een hoge hoed, een zwart kostuum, een donkere bril en katoen in zijn neusgaten: het uiterlijk van een grafgraver. Zijn gezicht is wit geschminkt: de kleur van de dood.
In de James Bond-film Live and Let Die uit 1973 heeft de schurk een handlanger genaamd Baron Samedi – om de vrees van de Haïtianen op te roepen.
De zwarte magie die de Haïtianen ‘het werk van de linkerhand’ noemen, wordt bedreven door geheime genootschappen als het gevreesde Bizango.
Bizango bestond al tijdens de slavenopstand in de 18e eeuw, en de leden zouden zwarte magie hebben ingezet in de strijd met de Franse troepen.

Bij de bloedige opstand in Haïti in 1791 kwamen ruim 300.000 slaven, kolonisten en Franse troepen om.
‘Het werk van de linkerhand’
Tijdens de militaire dictatuur van de 20e eeuw gebruikten François Duvalier en zijn zoon Jean-Claude (Papa Doc en Baby Doc) Bizango om hun politieke vijanden het zwijgen op te leggen.
Zombies behoren tot het domein van ‘het werk van de linkerhand’: het zou mogelijk zijn met behulp van magie bezit te nemen van iemands ziel en van hem of haar een willoze, levende dode te maken die alles doet wat je beveelt.
Het geloof in zombies zou afkomstig zijn van de onderdrukking tijdens de slavernij. De vrijheid die de Haïtianen in 1804 kregen, leidde nooit tot welvaart en ontwikkeling.
Tot op de dag van vandaag wordt Haïti geteisterd door corruptie en schrijnende armoede.
Vanwege het gebrek aan welvaart is de arme bevolking nog steeds vooral aangewezen op plaatselijke voodoopriesters en -priesteressen voor het verzorgen van zieken, het onderwijzen van de kinderen en het oplossen van geschillen.

Duvalier op weg door de hoofdstad Port-au-Prince in 1963 – met een geweer binnen handbereik.
Dictator onderdrukte zijn volk met voodoo
De Haïtiaanse bevolking werd 14 jaar lang koest gehouden door een wrede dictator en zijn met voodoo behekste veiligheidstroepen.
Dictator François Duvalier, beter bekend als Papa Doc, regeerde Haïti van 1957 tot 1971. Zijn paramilitaire organisatie Tonton Macoute terroriseerde zijn politieke tegenstanders.
De naam Tonton Macoute betekent ‘oom jutezak’ en komt uit de Haïtiaanse voodoo. Oom Jutezak was een kwaadaardig wezen dat ’s nachts door de straten sloop en ongehoorzame kinderen in zijn zak stopte. Ze kwamen er nooit meer uit.
Dat was ook ongeveer wat de geheime politie van Duvalier deed: in het holst van de nacht verdwenen Papa Docs vijanden om nooit meer gezien te worden.
Veel Haïtianen, die de voodoo uiterst serieus nemen, dachten dat de heerser zombies had gemaakt van de agenten van de geheime politie. Daardoor gehoorzaamden ze hem zonder morren.