In de 10e eeuw waren Vikingschepen heel gewoon in Oost-Europa. Vanaf de Oostzee bereikten de Vikingen via kronkelige rivieren de belangrijke handelscentra ten noorden van de Zwarte Zee.
Op hun schepen hadden ze bont, barnsteen en slaven meegenomen. De levende lading hadden ze onderweg buitgemaakt – tijdens plunderingen bij de Slavische stammen rond de Oostzee, waar ze voortdurend mee in oorlog waren.
De Vikingen verkochten hun goederen om te krijgen wat ze het liefst wilden hebben: Arabische zilvermunten. Het glimmende geld, dirhams genoemd, werd gemaakt in het Midden-Oosten en had een ongewoon hoog zilvergehalte, waardoor het de meest gewaardeerde valuta van Europa was – een soort middeleeuwse euro.
‘Ze dragen halskettingen van goud en zilver. Want als een man tienduizend dirham bezit, maakt hij een ketting voor zijn vrouw.’ Ahmed ibn Fadlan, gezant van de kalief, 922
De fascinatie die de Vikingen hadden voor Arabische munten wordt beschreven door Ahmed ibn Fadlan, die als gezant van de kalief van Bagdad in 922 Scandinaviërs tegenkwam op de rivier de Wolga. Hij beschreef vooral de Vikingvrouwen:
‘Om hun hals dragen ze kettingen van goud en zilver. Want als een man tienduizend dirham bezit, maakt hij een ketting voor zijn vrouw. Als hij twintigduizend dirham heeft, maakt hij twee kettingen. En zo krijgt de vrouw een nieuwe halsketting voor elke tienduizend dirham die haar echtgenoot verdiend heeft. Daarom dragen sommigen zelfs meerdere kettingen om hun hals.’
Zolang er gehandeld werd en er een constante stroom van zilver naar Scandinavië ging, waren er geen problemen. Maar toen het zilver op was, vochten de Vikingen onderling om het beperkte aanbod. Aan het eind van de 10e eeuw leidde een nijpend tekort aan Arabisch zilver tot een bloedige machtsstrijd in Zweden.

Moslims hadden in de 8e eeuw een enorm rijk veroverd. Arabische zilvermunten verspreidden zich langs de hele Middellandse Zee.
Arabieren brengen zilvermunten in omloop
In 622 trok de profeet Mohammed van Mekka naar Medina. Dit was het begin van de islamitische jaartelling en van een expansie die de islam tot aan Spanje zou brengen. En dat gold ook voor de zilvermunten.
686: Eerste dirhams worden geslagen
Kalief Abdul Malik lanceert de eerste Arabische munt. De meeste dirhams zijn voorzien van een Korantekst en een datum en zijn opgedragen aan de kalief.
711: Munten bereiken Europa
Na hun verovering van Noord-Afrika nemen de moslims het grootste deel van Spanje en Portugal in. De dirham wordt een internationale valuta.
762: Bagdad creëert handelsroutes
Bagdad wordt de hoofdstad van de kalief. De Arabieren handelen er met de Chazaren,nomaden die de dirham naar Oost-Europa brengen. En later ook met de Vikingen met hun honger naar zilver.
985: Zilvertekort leidt tot oorlog
De zilvermijnen gaan dicht, de handel van de Vikingen stopt en de toestroom van nieuwe dirhams blijft uit. Dit leidt tot burgeroorlog in Zweden. De Vikingen moeten het zilver gaan stelen in West-Europa.
Vikingen zijn gek op zilver
De voorouders van de Vikingen hadden niets met zilverstukken. In Scandinavië waren geen zilvermijnen en in de ijzertijd werden nauwelijks munten gebruikt. Wel bestond er een levendige ruilhandel.
Dit gebeurde op plaatselijke markten, waar de boeren hun landbouwproducten konden ruilen tegen nieuw gereedschap, kleding, dieren, juwelen en glas. De ruilwaarde kon echter nogal variëren en het was moeilijk om in een afgelegen stad een betere prijs te krijgen, omdat het lastig was om dieren en graan over grote afstanden te vervoeren.
Hierdoor ontstond de behoefte aan een gemeenschappelijk betaalmiddel. In de handelsstad Ribe werden in de 8e eeuw zilvermunten gebruikt die in Engeland of Friesland waren geslagen.
‘Ze verdienen hun geld met marters, grijze eekhoorns en andere pelsdieren. Ze verkopen ze voor zilveren munten.’ Ahmed ibn Rustah, Perzisch geograaf, 10e eeuw
In 793 vielen de Vikingen met hun vloot het Noord-Engelse eiland Lindisfarne aan en plunderden ze het klooster. Toen ze het jaar daarop weer terugkwamen, namen ze volgens de monnik Alcuinus gevangenen mee, voor wie ze losgeld eisten.
Deze tactiek was zo’n succes dat ze in de decennia daarna ook andere landen en steden aanvielen en zo een enorm vermogen verzamelden.
Toen de Vikinghoofdman Ragnar in 845 met 120 schepen Parijs belaagde, moest de Franse koning Karel de Kale hem 7000 pond goud en zilver betalen, zodat de Vikingen de stad met rust lieten. In de 9e eeuw moest Karel de Scandinaviërs zeker 12.000 pond aan edelmetaal toeschuiven.

De productie van zilvermunten maakte de Samanidische heersers steenrijk. Ze werden begraven in prachtige mausoleums.
Het geld kwam van een rijke dynastie
In het begin van de Vikingtijd kwamen de meeste zilvermunten uit het Midden-Oosten en het Arabisch Schiereiland, maar door nieuwe zilvervondsten in Centraal-Azië verschoof de productie van dirhams verder naar het oosten.
In de tweede helft van de 8e eeuw ontdekten de islamitische Samanide-dynastie enorme zilvervoorraden in Panjshir (Afghanistan) en Tasjkent (Oezbekistan). Deze ontdekking leidde tot een gigantische productie van dirhams (zilvermunten) die in 890 ook bij de Vikingen terechtkwamen.
De machtige Samaniden gebruikten deze munten om te betalen op de markten van Merv, Samarkand en Tasjkent, waarna ze door de halfnomadische Wolga-Bulgaren en Chazaren naar het noorden werden gebracht. Deze volkeren gebruikten de dirhams op hun beurt weer om marterhuiden, slaven, honing, was en barnsteen te kopen van de Vikingen.
Wetenschappers noemen de Centraal-Aziatische munten Koefisch vanwege hun kenmerkende, bijzonder geometrische versie van het Arabische schrift. Bijna alle Koefische munten in Scandinavië zijn geslagen tijdens een van de drie eerste Samanidische emirs, die heersten van het eind van de 9e tot begin 10e eeuw.
Arabische munten waren populair
In het jaar vóór Ragnars aanval op Parijs waren de Vikingen naar het Iberisch Schiereiland gevaren, op zoek naar zilver. Daar vonden ze het moslimrijk Al-Andalus, in het huidige Portugal en Zuid-Spanje.
De kustdefensie van de moslims was veel beter dan die van de Franken en Angelsaksen, en na een paar expedities gaven de Vikingen hun Iberische invasie op.
Maar door hun ontmoeting met de moslims maakten de Vikingen wel kennis met de nieuwe Europese supervaluta – de Arabische dirham.
‘Alle krijgers gingen naar Walhalla met de rijkdommen die ze van de brandstapel hadden meegenomen, en met wat ze zelf in de grond hadden begraven.’ De IJslandse Ynglingetal uit de 13e eeuw over de zilverschatten van de Vikingen
Van Portugal in het uiterste westen tot Afghanistan in het oosten – in het hele islamitische kalifaat werd de zilvermunt gebruikt als betaalmiddel.
In de 9e eeuw werden er nieuwe zilvermijnen geopend in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, waardoor er nog meer nieuwe munten in omloop kwamen. En door de handel tussen de moslims en het steppenvolk de Chazaren vonden enorme aantallen dirhams hun weg naar het huidige Oekraïne en het westen van Rusland.
Volgens één theorie was het gerucht over de Arabische munten met hun hoge zilvergehalte de reden dat de Vikingen met hun schepen de grote Russische rivieren begonnen te bevaren.
Scandinavië overspoeld door zilvermunten
Op de steppen werd de dirham vooral gebruikt voor de slavenhandel. Volgens de Perzische geograaf Ahmed ibn Rustah, die leefde aan het begin van de 10e eeuw, namen de Vikingen leden van Slavische stammen gevangen, om hen te verkopen aan de Chazaren. Maar de Vikingen hadden ook bont bij zich, schreef de geograaf:
‘Ze verdienen hun geld met marters, grijze eekhoorns en andere pelsdieren. Ze verkopen ze voor zilveren munten.’
De Vikingen namen bergen dirhams mee naar Scandinavië, waar archeologen meer dan 120.000 van deze Arabische munten uit de Vikingtijd hebben opgegraven.

De Vikingen namen gevangenen tijdens hun plunderingen. Zij werden in Oost-Europa als slaven verkocht voor enorme hoeveelheden zilver.
Alleen al op het eiland Gotland zijn 80.000 Arabische dirhams gevonden. Dankzij de centrale ligging in de Oostzee was dit eiland een knooppunt voor reizigers die terugkeerden uit Rusland.
De Vikingen telden hun munten niet – ze wogen ze. Als er iets betaald moest worden, gebruikten ze een balans. In het ene schaaltje legden ze een loodje, in het andere zilver. Als het gewicht van het zilver niet klopte, knipten de Vikingen een stuk van de munt af.
Een ander betaalmiddel was ‘hakzilver’ – afgeknipte stukjes van een zilveren staaf. Op de markten werd ook de kwaliteit van het zilver getest. Dit gebeurde door met een mes een inkeping in het zilver te maken. Als het zilver te hard of zacht aanvoelde, was het vermengd met goedkopere metalen.
Goud kopen met zilver
In de Scandinavische mythologie was goud een goddelijk metaal. Uit Odins ring Draupnir ontstonden elke negende ochtend acht nieuwe gouden ringen. Maar voor gewone Vikingen was zilver belangrijker dan goud.

Het goud van de goden
WAARDE:
Voor de Vikingen was goud acht keer zo veel waard als zilver. Met een stuk goud konden ze dus acht keer zoveel goederen kopen als met een stuk zilver van hetzelfde gewicht.
BESCHIKBAARHEID:
In de Vikingtijd had Scandinavië geen goudmijnen en moest het goud geïmporteerd worden. De Vikingen maakten ook goud door sieraden om te smelten die ze van hun voorouders hadden geërfd.
GEBRUIK:
Omdat het zo kostbaar was, werd goud vooral voor sieraden gebruikt. Het was een statussymbool dat liet zien dat de drager belangrijk was.

Zilver te koop
WAARDE:
Zilver was acht keer zo weinig waard als goud. Oplichters probeerden het zilver echter te verdunnen door het te vermengen met lood en koper.
BESCHIKBAARHEID:
De Vikingen hadden zelf geen zilvermijnen. Maar er waren wel zilvermijnen op de Britse Eilanden, in Spanje en het Midden-Oosten. De Vikingen kregen hun zilver door te handelen en te roven.
GEBRUIK:
Zilver is een duurzaam materiaal dat veel minder corrodeert dan koper en ijzer. In heel Europa was veel vertrouwen in de islamitische munten omdat de kalief het zilvergehalte niet had verdund.
Zilvertekort leidt tot oorlog
In de jaren 950 bereikte de handel van de Vikingen langs de Oost-Europese rivieren een hoogtepunt, maar daarna daalde de invoer van zilver dramatisch. Volgens wetenschappers waren de zilvermijnen in het Midden-Oosten uitgeput, en dat had grote gevolgen.
Handelaren begonnen hun zilvermunten om te smelten en te vermengen met andere metalen, wat leidde tot een scherpe devaluatie van de waarde van de Arabische dirham.
Tegelijkertijd waren de Vikingen op dat moment afhankelijk van de dirham. In handelssteden zoals Hedeby in Denemarken en Birka in Zweden speelde zilver een cruciale rol. Het overgrote deel van de verhandelde producten werd met zilver betaald.
Het tekort aan zilver veroorzaakte in de jaren 960 een crisis, toen Vikingen uit wanhoop de Chazaren en andere tussenpersonen die het zilver vanuit het kalifaat naar Europa brachten begonnen aan te vallen. De onrust sloeg over naar de thuislanden van de Vikingen.

Zilvermunten speelden een belangrijke rol in de Zweedse machtsstrijd in 985.
Toen koning Olaf I van Zweden stierf, ontstond er een machtsstrijd tussen zijn broer en medekoning Erik en zijn neef Styrbjörn. Styrbjörn werd gesteund door de Deense koning Harald Blauwtand. Historici denken dat veel Zweden bang waren dat de Deense koning hun land zou leegroven als zijn troonpretendent de strijd zou winnen.
Gelukkig voor de Zweden versloeg Erik in 985 zijn tegenstander op het slagveld, maar hij kon het rijk niet redden. Toen de handel met het oosten tot stilstand kwam, nam de aanvoer van zilver af en ontstond er een economische crisis in Scandinavië. De Vikingen hielden de hand op de knip, waardoor bijvoorbeeld de handelsplaats Birka er verlaten bij lag.
Om hun dorst naar zilver te stillen, richtten de Vikingen zich nu op het westen, met een aantal invallen in Engeland en Wales tot gevolg. Een van hun tochten eindigde in 991 in een echte veldslag. Bij Maldon in Oost-Engeland versloegen de Vikingen de Angelsaksen, die 3300 kilo puur zilver moesten betalen.
Europese munten namen het over
Toen de dirham verdween, namen munten uit Engeland en Duitsland geleidelijk de Scandinavische markt over. De Europese munten waren kleiner en werden daarom minder vaak opgeknipt. Langzaam maar zeker gingen de Scandinavische landen over op een monetaire economie zoals wij die nu kennen, waar elke munt een bepaalde vaste waarde had.
Dat er zo veel dirhams en andere munten uit de Vikingtijd bewaard zijn gebleven, komt door alle zilverschatten die de Vikingen om onbekende redenen begroeven. Zo weten we nog steeds niet of de Vikingen hun zilver uit religieuze of praktische overwegingen in de grond stopten – bijvoorbeeld om het te verbergen voor vijanden.
Het antwoord staat misschien in de IJslandse saga Ynglingetal uit de 13e eeuw, die meldt dat de Vikingen hun schatten mee wilden nemen naar het hiernamaals:
‘Odin bepaalde dat alle dode mannen moesten worden verbrand, en dat hun bezittingen met hen op de brandstapel moesten komen. Hij zei dat krijgers naar Walhalla gingen met de rijkdommen die ze van de brandstapel hadden meegenomen, en met wat ze zelf in de grond hadden begraven.’
MEER OVER ZILVERMUNTEN:
- James Graham-Campbell og Gareth Williams (red.): Silver Economy in the Viking Age, Routledge, 2007
- Jacek Gruszczyński: Viking Silver, Hoards and Containers, Routledge, 2019