Sørum wist nog dat haar vader ze had gevonden toen hij in de jaren 1980 een put groef op hun erf.
‘Hij zette ze in een hoekje. Toen ze weer tevoorschijn kwamen, dacht ik: Dit moet ik toch maar niet naar de milieustraat brengen,’ zei de Noorse.
Uiteindelijk bracht ze de stukken metaal naar het lokale museum, dat ze doorgaf aan de gemeentelijke archeoloog. Die had al snel door dat het niet zomaar oud schroot was, maar ijzer van de Vikingen, dat circa 1000 jaar oud moest zijn.
De stukken metaal, die in de Vikingtijd van grote waarde waren omdat er gereedschap, wapens of harnassen van gemaakt konden worden, werden vermoedelijk tijdens een oorlog begraven om te voorkomen dat ze werden geroofd.
De stukken metaal zijn identiek, wegen 50 gram en hebben allemaal een gat aan het uiteinde.
‘Dat wijst erop dat ze samengebonden waren tot een bundel,’ zegt gemeentelijk archeoloog Mildri Een Eide. Zo kon je ze makkelijk allemaal aan je riem dragen en ze bijvoorbeeld als betaalmiddel gebruiken op de plaatselijke markt.’