De bloedarend was een bloederige, wrede executiemethode die de Vikingen naar verluidt gebruikten bij vijanden die krijgsgevangen waren genomen.
In totaal kennen we acht Oudnoordse en één Latijnse middeleeuwse bron die de bloedarend noemen. Sommige vermelden alleen kort dat de Vikingen een soort arend op de rug van hun slachtoffer kerfden.
Andere bronnen zijn iets gedetailleerder en verklaren dat de Vikingen de ribben van de veroordeelde van achteren lossneden van de ruggengraat. Vervolgens werden de ribben opzij gebogen en werden de longen naar buiten werden getrokken en als twee arendsvleugels uitgespreid.
Een van de bronnen voor de bloedarend is te vinden in een werk van de bard Sigvat Thordarson (ca. 995-1045). Hij schrijft: ‘En Ivar, die in York woonde, sneed een adelaar uit de rug van Ælla.’