Diep in de 1600 meter lange vulkanische grot Surtshellir in IJsland vonden archeologen 10 meter onder de bodem een steenformatie met de vorm van een schip. Amerikaanse onderzoekers dateren de vondst op begin 10e eeuw.
In het schip lagen botten van schapen, geiten, koeien, paarden en varkens, die bij hoge temperaturen waren verbrand. Daarnaast troffen de archeologen kostbare mineralen uit Turkije en veel parels aan, waarvan sommige helemaal uit Irak in de grot in IJsland zijn beland.
Daardoor vermoeden de onderzoekers dat dit zogeheten steenschip voor offers diende.
Vulkaanuitbarsting joeg Vikingen stuipen op het lijf
Onderzoek van de grot wees uit dat hij zo’n 1100 jaar geleden is gevormd bij een vulkaanuitbarsting. De onderzoekers vragen zich nu af of de Vikingen door die uitbarsting dachten dat het eind van de wereld nabij was. Mogelijk bouwden ze daarom het steenschip en brachten ze er offers.
Volgens opgravingsleider Kevin Smith van de Brown University in de VS is de vondst om meerdere redenen uniek:
‘Voor zover ik weet, is dit het enige ondergrondse steenschip. Het maakt ook geen deel uit van een Vikinggraf, maar vormt een rituele plaats op zichzelf. En het schip is niet gebouwd door grote stenen naast elkaar te plaatsen, maar door een aaneengesloten muur van stenen neer te zetten,’ zegt Smith tegen Historia.