Het historisch museum van Noord-Jutland in Denemarken heeft in een persbericht de vondst bekendgemaakt van twee Vikingschatten, die zijn gedateerd op circa 980 n.Chr. Ze zijn in de buurt van Bramslev ontdekt door leden van de regionale metaaldetectorvereniging.
De twee schatten bevatten samen circa 300 stukken zilver en 50 munten en lagen dicht bij de Vikingburcht Fyrkat, die rond 980 werd gebouwd door koning Harald Blauwtand, de grote bouwmeester van de Vikingen.
Torben Trier Christiansen, conservator van het museum, is enthousiast:
‘De vondst kan ons zo veel nieuwe informatie geven over de samenleving in de tijd van Harald Blauwtand. En dat de schatten zijn gevonden in een nederzetting op slechts 8 kilometer van Fyrkat, is enorm spannend.’
Munten waren symbool van kerstening van de Denen
De twee schatten lagen op nog geen 50 meter van elkaar, en met name de vondst van kruismunten is interessant. Die werden gemaakt in het kader van de inspanningen van Harald Blauwtand om de Denen te kerstenen en werden in de jaren 970 en 980 geslagen, voordat de koning halverwege de jaren 980 de macht verloor aan zijn zoon Sven Gaffelbaard.
De vondst kan nieuw licht werpen op de periode, want de nabijgelegen Vikingburcht Fyrkat werd slechts korte tijd rond 980 gebruikt. Christiansen denkt dat de mensen die de schat begroeven mogelijk een directe connectie hadden met de bewoners van de burcht.
‘Als er zulke schatten zijn begraven, was het niet zomaar een nederzetting. Hier hebben mensen van stand gewoond. Zij hadden als enigen toegang tot zulke grote hoeveelheden zilver.’

De kruismunten werden door Harald Blauwtand gemaakt nadat hij in 965 de runenstenen van Jelling had opgericht. Ze werden waarschijnlijk ingevoerd als propaganda, om te benadrukken dat hij de Denen had gekerstend.
Schatten kunnen oud mysterie oplossen
Behalve de munten zijn er ook twee fraai versierde bollen gevonden op een stukje van een zilveren staaf, die oorspronkelijk onderdeel waren van een opvallend grote mantelspeld. Beide zijn van zilver en wegen circa 70 gram.
Mantelspelden waren sierlijke voorwerpen waarmee kleding op haar plaats werd gehouden. Ze waren in de Vikingtijd vooral populair bij de bovenlaag van de samenleving in Ierland en op naburige eilanden. De archeologen denken dat het sieraad in zijn geheel ongeveer een halve kilo woog en werd gedragen door een bisschop of koning.
De Vikingen hadden de speld waarschijnlijk bemachtigd op een plundertocht naar Ierland, en sneden hem in stukken omdat ze niet geïnteresseerd waren in het vakmanschap, maar alleen in de waarde van het zilver.
Vanuit historisch oogpunt is vooral de locatie van de schatten interessant.
Fyrkat was, net als de andere ringburchten van Harald Blauwtand, slechts korte tijd rond 980 in gebruik. Het is nog steeds een raadsel waarom Harald Blauwtand zo veel mankracht en geld besteedde aan de bouw van minstens zeven ringburchten, die al snel weer werden verlaten. Bij Trelleborg in Seeland zijn wel sporen van gevechten gevonden.
‘Misschien werden de burchten niet vrijwillig verlaten, maar gebeurde dit in het kader van de laatste krachtmeting tussen Harald Blauwtand en zijn zoon Sven Gaffelbaard. Als er onrust was rond Fyrkat, is het logisch dat de plaatselijke hoofdman hier bij Bramslev besloot zijn kostbaarheden te verbergen,’ zegt Christiansen.
De schatten kunnen dus bijdragen aan de oplossing van een van de grootste raadsels uit de Vikingtijd.

Het grootste deel van de mantelspeld is eraf gesneden en waarschijnlijk omgesmolten tot zilveren munten of sieraden in de stijl van de Vikingen zelf.