Scandinaviërs waren de schoonste van Europa
De Vikingen wilden er altijd verzorgd uitzien. Zelfs hun maandenlange rooftochten stonden dat niet in de weg.
In 907 sloten Zweedse Vikingen een vredesverdrag met het Byzantijnse Rijk na tientallen jaren van schermutselingen.
Hiermee kregen de Scandinaviërs onder andere onbeperkte toegang tot badhuizen als ze met hun langschepen aanmeerden in de havens van het rijk.
14 jaar later trof de Arabische gezant Ibn Fadlan een groep Vikingkooplieden aan de Wolga.
Het viel de Arabier op dat een slavin elke ochtend een kom water haalde.
Ze gaf deze aan haar meester, die ‘zowel zijn haren waste als kamde in de kom. Daarna snoot hij zijn neus en spuugde erin.’
Als de man klaar was, ging de slavin rond met de kom water en deden de andere mannen hetzelfde.
Ibn Fadlan vond het maar vies en noemde de Scandinaviërs ‘de smerigste van alle schepselen van Allah’.
Als moslim was hij gewend zich vijf keer per dag voor het gebed met schoon water te wassen.
Maar de dagelijkse wasbeurten van de Vikingen waren een unicum in Europa: de meeste mensen gingen één of twee keer per jaar in bad.
Vrouwen zijn dol op Vikingmannen
Toen Deense Vikingen eind 9e eeuw de Britse Eilanden binnenvielen en zich er vestigden, merkten de Angelsaksen al snel dat de krijgers nogal ijdel waren.
Zo meldde de monnik John van Wallingford rond 1200 in zijn kroniek dat de Denen ‘de gewoonte hadden, volgens de gebruiken van hun land, elke dag hun haar te kammen, elke zaterdag een bad te nemen, zich vaak om te kleden, en de aandacht op zichzelf te vestigen door dit soort frivoliteiten’.
De ijdelheid van de Denen viel niet in goede aarde en leidde volgens de kroniekschrijver tot ‘vele ruzies en oorlogen in het land’.
Boze Angelsaksen klaagden zelfs bij hun koning over de schone Vikingen – vooral omdat de Angelsaksiche vrouwen de goed verzorgde Noormannen woest aantrekkelijk vonden.
Ze ‘schonden de deugdzaamheid van getrouwde vrouwen en haalden zelfs de dochters van prominente mannen over om hun minnares te worden,’ aldus Wallingford.
De Deense Vikingen in Engeland waren niet de enigen die zich om hun uiterlijk bekommerden.
Uit vondsten blijkt dat ook voor Zweedse, Noorse en IJslandse Vikingen schoonheid belangrijk was.
Zo zijn er talloze nagelreinigers, tandenstokers en pincetten uit Vikinggraven in heel Scandinavië gehaald. Iedere Viking bezat vermoedelijk dit soort attributen.
Als je haar maar goed zit
Kammen van been of hout uit de Vikingtijd worden heel vaak opgegraven. Vikingen bewaarden ze in doosjes om de tanden te beschermen, dus ze waren waarschijnlijk erg waardevol.
De Scandinaviërs waren ook veel bezig met hun haar. Sommigen bleekten het zelfs met sterke zeep.
En een tijdje schreef de mode een soort ‘omgekeerd matje’ voor, met een lange pony en kort haar achter op het hoofd. Dit kapsel wordt genoemd in een Oud-Engelse brief waarin een man zijn broer aanspoort de Angelsaksische gebruiken te volgen en zich niet over te geven aan de ‘Deense mode’.
Een zichzelf respecterende Viking moest ook zijn baard verzorgen. Op houtsnijwerken is van alles te zien, van volle baarden tot snorren en sikjes. Al dat gezichtshaar werd in ieder geval zorgvuldig verzorgd en gekamd.
Bij een keurig kapsel en een fris gewassen lichaam hoorde natuurlijk ook schone, mooie kleding.
Een 10e-eeuwse Perzische ontdekkingsreiziger was verbaasd over de hoge kwaliteit van de Noorse kleding.
En de Arabische schrijver Ibn Rustah meldde rond 1000 dat de Vikingen ‘schone kleren’ droegen en er fraai bij liepen.
Net als nu was de mode veranderlijk en plaatsgebonden. In een bepaalde periode waren bijvoorbeeld rode of blauwe slobberbroeken hip.
De Vikingen mochten ook graag pronken met luxe voorwerpen die kledingstukken verfraaiden, zoals zijden garneringen en draden van zilver en goud.
Armbanden, kettingen en amuletten droegen ook bij aan het mooie uiterlijk van de Viking, vooral als ze van goud of barnsteen waren.
Iemand besmeuren was strafbaar
De ijdelheid van de Vikingen was in de ogen van hun tijdgenoten een obsessie, en de Scandinaviërs namen zelfs wetten aan ter bescherming van de persoonlijke hygiëne.
Volgens het middeleeuwse IJslandse wetboek Grágás was het strafbaar om vuil op een ander te gooien om hem te kijk te zetten.
Hetzelfde gold als een man een Viking in ‘water, urine, voedsel of modder’ duwde, ongeacht de reden.
Een paar honderd jaar na de Vikingtijd raakte reinheid echter weer uit de mode in Scandinavië. En rond 1500 begonnen Europese artsen het idee te verspreiden dat water de pest kon veroorzaken.
Die theorie hield bijna 300 jaar stand. Maar de schone en net geklede Scandinaviër stierf niet helemaal uit: in de hogere klassen bleven mooie kapsels, schoonheidsmiddelen en modieuze kleding in zwang.