Z. Ratajczyk & Niels-Peter Granzow Busch/HISTORIE

Vikingen stierven voor Poolse koning

De vondst van een aantal prachtige Poolse graven uit de 11e eeuw verraste de onderzoekers – in de graven lagen Vikingen. Het lijkt erop dat de Scandinavische krijgers een beslissende rol speelden bij de oprichting van Polen.

Het gevest van het 1 meter lange zwaard glinstert geheimzinnig in het tl-licht van het laboratorium. We bevinden ons in het archeologische museum van Gdańsk in Polen, een onopvallend gebouw in een even onopvallend straatje.

Maar binnen wacht een sensatie die ver buiten de landsgrenzen opschudding wekte. Archeoloog Sławomir Wadyl keert het 1,2 kilo zware wapen zeer voorzichtig om om de versiering te tonen.

‘De decoratie op het gevest is uniek. Het bovenste en onderste deel zijn met zilver, koper en messing ingelegd, en de zilverdraad op het handvat is heel bijzonder,’ legt Wadyl uit. Hij wijst op de draad die sierlijk om de greep is gewikkeld.

‘We weten nu dat deze mannen uit Denemarken of Noorwegen kwamen.’ Sławomir Wadyl, archeoloog, Gdańsk.

De wikkelingen van de zilverdraad zijn zo goed bewaard gebleven dat de decoratie net zo goed gisteren gemaakt had kunnen zijn. Alleen de roestige kling verraadt dat het zwaard uit een ver verleden dateert.

Het is zo’n 1000 jaar oud en lag in een van de drie raadselachtige graven die in een dorp zo’n 45 kilometer ten zuiden van Gdańsk zijn gevonden. Naast veel kostbare grafgiften werden er de skeletten van drie volwassen mannen aangetroffen.

Het zwaard dat Sławomir Wadyl in zijn handen houdt, lag naast een man die rond de 20 was toen hij stierf. De mannen in twee andere graven waren circa 50 toen ze werden bijgezet, en ook zij hadden fraaie zwaarden meegekregen.

Bekijk een video van Historia’s bezoek aan Polen. We mochten bij wijze van uitzondering de prachtige graven bekijken die de Vikingen van Ciepłe kregen.

Volgens Wadyl dateren de drie graven uit begin 11e eeuw, toen het geslacht der Piasten het eerste Poolse koninkrijk stichtte. Maar toen experts onlangs de zogeheten strontiumsignatuur van de drie skeletten bekeken, waaruit onder meer kan blijken waar iemand geboren en opgegroeid is, kwam aan het licht dat de doden geen Polen waren.

‘We weten nu dat deze mannen vermoedelijk uit Denemarken of het westen van Noorwegen kwamen,’ zegt Wadyl. De drie doden zijn dus Vikingen. En de kostbare grafgiften wijzen erop dat ze een hoge status hadden in het jonge koninkrijk. De vraag is wat de Vikingen in Polen hebben gedaan om zo’n indrukwekkend graf te verdienen.

Eerste graven 120 jaar terug ontdekt

De plek met de drie Vikinggraven, aan de rand van het Poolse dorpje Ciepłe, werd in 1900 voor het eerst ontdekt. Tijdens de aanleg van een spoorlijn in het gebied stuitten de arbeiders op zes graven.

Een daarvan kreeg veel aandacht in de pers toen een archeoloog er een rijk versierd zwaard, een lans, paardentuig en een balans vond.

Vanwege de grafgiften dachten sommige onderzoekers ook toen al dat het om een Viking uit Scandinavië ging, maar anderen waren van mening dat het een plaatselijke edelman was, die nauwe banden had met de Piasten, het eerste Poolse koningsgeslacht.

Ondanks de bijzondere vondst werd de omgeving van de graven niet uitgekamd, en in de Tweede Wereldoorlog verdwenen de opgegraven objecten. Maar in 2005 herontdekten Poolse archeologen de graven, en in 2009 doken er drie nieuwe exemplaren op, een paar meter van het grootse graf dat ruim 100 jaar eerder gevonden was.

In de graven lagen de skeletten van drie mannen, eveneens met speren, zwaarden en paardentuig. In een ervan lag bovendien, net als in het graf uit 1900, een weegschaal.

‘Vier graven met dezelfde spullen – dat wijst erop dat ze op de een of andere manier met elkaar te maken hebben,’ zegt Sławomir Wadyl, die het project in 2018 overnam na het plotselinge overlijden van de opgravingsleider.

De vier Vikingen, van wie er een 100 jaar geleden werd blootgelegd, lagen in een rij in grote kamergraven. Niet zo lang geleden is er helaas een riolering dwars door een van de graven aangelegd.

© Z. Ratajczyk

De drie graven hadden nog iets gemeen: het waren allemaal zogeheten kamergraven van eikenhout. Het grootste was 3,6 meter lang en ruim 2 meter breed. Dat type graf komt niet veel voor in Polen, maar wel in Scandinavië.

Alleen al in het huidige Denemarken en de voormalig Deense gebieden in Duitsland zijn zo’n 600 kamergraven bekend, waar de rijkste Vikingen te ruste werden gelegd. In Zweden zijn er meer dan 100 blootgelegd, en het type is ook bekend uit Rusland, waar ze vooral door Zweedse Vikingen zijn gebouwd.

Ondanks het Scandinavische graftype dachten onderzoekers dat er Poolse edelen in de graven in Ciepłe lagen – tot uit de strontiumanalyses bleek dat het om Scandinaviërs ging.

‘In Ciepłe hebben we voor het eerst paleobiologisch bewijs in de vorm van strontium- en DNA-analyses,’ zegt Wadyl.

Archeoloog Sławomir Wadyl, die zich sinds 2018 bezighoudt met de vondsten uit Ciepłe, toont Historia de grafgiften van de Vikingen in het lab van het museum in Gdańsk.

© Torsten Weper/HISTORIE

Volgens de archeoloog kon ook vastgesteld worden wanneer de mannen zijn gestorven. In twee graven lag een aantal munten, die er korte tijd nadat ze zijn gemaakt in gelegd moeten zijn.

‘Dat betekent dat deze twee graven te dateren zijn op 1005 tot 1010. Koolstof 14-dateringen komen hiermee overeen, wat inhoudt dat de Vikingen in de graven werden gelegd in een tijd dat een van de belangrijkste heersers uit de Poolse geschiedenis, Bolesław de Dappere, van zijn land een grootmacht aan het maken was. En dat verklaart wellicht wat de Vikingen er deden.

Poolse hertog breidt zijn rijk uit

Bolesław de Dappere was een telg van de Piasten, een geslacht dat in de 9e eeuw de macht had gekregen over het westelijk deel van Centraal-Polen met als hoofdstad Gniezno, 235 kilometer ten westen van Warschau.

Bolesławs vader was Mieszko I, die in 963 tot hertog werd uitgeroepen en zijn grondgebied fors begon uit te breiden.

Hertog Mieszko (l) en zijn zoon Bolesław (r), de eerste koning van Polen, introduceerden het christendom in Polen en brachten het land bijeen.

© Akg-Images/Ritzau Scanpix

‘Zodra hij hertog was, toonde Mieszko zijn geestelijke en lichamelijke kracht en trok hij telkens weer ten strijde tegen de volken om hem heen,’ staat te lezen in de Poolse Kroniek, in de 12e eeuw opgetekend door de monnik Gallus Anonymus.

Mieszko breidde zijn rijk naar alle kanten uit en bouwde een netwerk van versterkte steden en dorpen. Bovendien liet hij zichzelf en de Polen kerstenen en voorkwam hij zo dat Polen werd ingelijfd bij het Heilige Roomse Rijk.

‘Dankzij hem deed het hemelse licht Polen aan,’ schrijft Anonymus enthousiast over Mieszko, die zich moest laten scheiden van zijn zeven vrouwen om met één christelijke vrouw te trouwen.

Toen Mieszko in 992 stierf, nam zijn zoon Bolesław de titel van hertog over, evenals de expansiepolitiek. In de eerste jaren van zijn bewind vocht hij tegen de Slavische heidenen aan de Elbe en in het Balticum en in 996 veroverde hij Pommeren tot aan de Oostzee: het gebied waar Ciepłe en de begraafplaats liggen. Rond deze tijd knoopte Bolesław banden aan met de beste strijders van het Oostzeegebied: de Vikingen.

Knoet de Grote werd, met een beetje hulp uit Polen, zo machtig dat mensen geloofden dat zelfs het getij hem gehoorzaamde.

© Look and Learn/Bridgeman Images

Machtigste Vikingkoning had Poolse moeder

In het noorden heerste in die tijd een van de beroemdste Vikingkoningen: Sven Gaffelbaard, die in de jaren 990 met de Noorse koning een aantal aanvallen op Engeland had uitgevoerd. Bolesław had er vermoedelijk veel belang bij om goede betrekkingen te onderhouden met de krijgszuchtige Scandinaviërs.

Er werden spijkers met koppen geslagen: Sven trouwde met de zuster van Bolesław, Świętosława, die in Scandinavië Gunhild genoemd werd.

Wanneer en onder welke voorwaarden het huwelijk plaatsvond weten we niet, maar het echtpaar kreeg een zoon, Knoet, die de sterkste Vikingkoning aller tijden werd.

Knoet de Grote en zijn Noordzeerijk

In de jaren na de dood van Sven Gaffelbaard werd zijn zoon Knoet koning van o.a. Denemarken, Engeland en Noorwegen. Voor de verovering van Engeland bracht hij troepen uit heel Scandinavië op de been, en vermoedelijk ook uit Polen, waar zijn oom Bolesław de scepter zwaaide.

Shutterstock & HISTORIE

Knoets rijk

Knoet werd in 1016 koning van Engeland. Na de dood van zijn broer twee jaar later werd hij ook koning van Denemarken, en in 1028 kon hij Noorwegen inlijven bij zijn megarijk. Bovendien heerste hij over delen van Zweden.

Shutterstock & HISTORIE

Bondgenoten

Knoet kon Polen en Normandië tot zijn bondgenoten rekenen. Zijn moeder kwam uit Polen.

Shutterstock & HISTORIE

Vazalstaten

Schotland, Wales en delen van Engeland en Zweden vormden de vazalstaten van koning Knoet.

Shutterstock & HISTORIE

Vikingen in Poolse dienst

Volgens Sławomir Wadyl heeft de aanwezigheid van Vikingen in Ciepłe te maken met dit huwelijk.

‘Dit is interessant, want we weten dat Bolesławs zuster in het laatste decennium van de 10e eeuw Scandinavië ontvluchtte en naar Polen kwam omdat Sven Gaffelbaard een andere vrouw had gevonden. Mogelijk reisde ze rond met gewapende mannen zoals deze. Dit is een hypothese, maar we weten in ieder geval dat ze niet alleen reisde,’ legt hij uit.

Het escorte van Vikingen diende wellicht, met goedkeuring van Sven, in het leger van Bolesław. Een andere mogelijkheid is dat de begraven Vikingen eerder naar Polen kwamen om voor Bolesławs vader Mieszko te vechten.

‘Ik denk dat ze hier lang waren en dat ze uitblonken als strijders, want als we naar de kostbare voorwerpen kijken die ze meekregen, en die wellicht maar een fractie van hun bezit waren, staat wel vast dat ze een hoge status hadden,’ zegt Wadyl: ‘Zulke grafgiften krijg je niet als je geen vriend van de koning bent.’

Volgens de archeoloog blijkt uit letsel aan de botten van de Vikingen dat ze waarschijnlijk hebben gevochten en dat ze jarenlang hebben paardgereden. De doodsoorzaak is echter niet te achterhalen, maar Wadyl denkt dat ze met het leger van de Piasten vochten.

Vikingen kregen bijzondere begrafenis

De vier Vikinggraven in Ciepłe (de inhoud van één ervan verdween in de Tweede Wereldoorlog) zijn volgens de archeologen de rijkste die ooit uit deze tijd zijn gevonden. De graven waren vermoedelijk omringd door een palissade, die ze afzonderde van de rest van de begraafplaats.

Shutterstock & Carsten Yttesen/HISTORIE

Het verdwenen graf

Het eerste graf werd ruim een eeuw geleden ontdekt toen in 1900 een spoorlijn werd aangelegd. De inhoud ervan verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog. Uit de opgravingsverslagen valt echter af te leiden dat het graf hetzelfde type grafgiften bevatte als de andere drie.

Shutterstock & Carsten Yttesen/HISTORIE

Drie kamergraven

Graf 35, 42 en 43 werden blootgelegd tussen 2005 en 2014. Vijf jaar later werd er een strontiumanalyse op losgelaten, waaruit bleek dat de drie strijders vermoedelijk uit Denemarken kwamen.

Shutterstock & Carsten Yttesen/HISTORIE

Andere graven

Naast de vier graven binnen de palissaden waren er nog 59 andere graven van een stuk minder vooraanstaande mensen. Uit onderzoek blijkt dat circa de helft net als de Vikingen oorspronkelijk uit Scandinavië kwam.

Shutterstock & Carsten Yttesen/HISTORIE

Jonge man

Graf 43 bevatte een jonge man van 20 à 25 jaar. Naast wapens en paardentuig had hij een balansweegschaal bij zich, en om zijn nek droeg hij nertsenbont.

K. Patalon

Oudere man

In graf 42 lag een man van rond de 50. Net als de andere had hij wapens en paardentuig bij zich. Hij was mogelijk de vader van de jonge man in graf 43.

K. Patalon

Oudere man

Een oudere man van 50 à 60 jaar lag in graf 35. Zijn grafgiften bestonden uit wapens en paardrijuitrusting, maar in zijn graf lagen ook botten van dierenoffers.

K. Patalon

‘En ze moeten succesvol zijn geweest. Ik vermoed dat ze in dienst waren van Mieszko of Bolesław. Als dank kregen de Vikingen een eigen gebied. Er was maar één jongere bij, de meesten waren ouder. Misschien was die plek, dicht bij zee, een soort pensioenregeling,’ lacht Wadyl.

Hun eindstation was Ciepłe, dat in die tijd zeer strategisch gelegen was. Wie het in Ciepłe voor het zeggen had, beheerste de wellicht belangrijkste handelsroute van Noord-Europa.

‘Misschien bestuurden ze in naam van de hertog en inden ze belastingen.’ Sławomir Wadyl, archeoloog, Gdańsk

Forten beheersen de zee

Ciepłe ligt dicht bij de rivier de Wisła. Die is 1000 kilometer lang: ze begint in het zuiden van Polen en mondt uit in de Oostzee. 1000 jaar geleden behoorden de Wisła en haar bijrivieren tot de belangrijkste transportroutes tussen grote delen van Oost-Europa en het Oostzeegebied, en Ciepłe stond dan ook hoog op het verlanglijstje van de Piasten.

‘In economisch opzicht was de Wisła doorslaggevend, dus Mieszko en Bolesław beseften dat ze het gebied in handen moesten hebben,’ aldus Wadyl.

Het opzetten van de nieuwe Poolse staat was een kostbare aangelegenheid. Vóór de expansie van de Piasten kenden de stammen in dit deel van Pommeren geen centraal gezag.

Na de dood van Mieszko ging Bolesław door met veroveren, en dat ging niet met zachte hand. Zo zijn er in de jaren 1970 meerdere verwoeste vestingen zo’n 2 kilometer ten zuiden van Ciepłe blootgelegd. Volgens Wadyl werden er echter al snel drie nieuwe forten gebouwd op een paar honderd meter van de Vikinggraven.

Nær vikinge-gravpladsen i Cieple har arkæologerne lokaliseret resterne af tre fæstninger, hvorfra vikingerne sandsynligvis overvågede skibene på den travle Wisla-flod.

Die vestingen, met een onderlinge afstand van zo’n 500 meter, kijken uit over de rivier en dateren uit dezelfde tijd als de graven met de Vikingen.

‘We moeten aannemen dat ze hier vanuit Centraal-Polen kwamen, de bestaande forten hebben verwoest en nieuwe hebben gebouwd,’ zegt Wadyl.

Tijdens eerdere opgravingen rond het centrale fort vonden archeologen de skeletten van een man en een kind onder een van de muren.
‘Dat wijst erop dat ze omgekomen zijn tijdens een veldslag of misschien een invasie,’ concludeert de archeoloog.

Of de Vikingen bijdroegen aan de verovering van het gebied en de bouw van de forten is niet bekend. Ze kunnen ook later naar Ciepłe gestuurd zijn. Volgens Sławomir Wadyl zijn er aanwijzingen dat de Vikingen een specifieke taak hadden.

In een aantal graven, waaronder dat van de jonge Viking, lagen balansen, gewichten en twee zogeheten toetsstenen van gladgeslepen zwart hoornsteen.

‘Als je de zuiverheid van zilveren munten of goudstukken wilt vaststellen, kun je de munt over de toetssteen strijken en aan de hand van de strepen bepalen hoe zuiver het zilver of goud is,’ legt de archeoloog uit. Hij wijst erop dat dit gesteente niet in Polen voorkomt, maar wel in het westen van Noorwegen.

Grafgiften verraden wat de Vikingen in Ciepłe deden

Gewichten, loden en zogeheten toetsstenen uit de vier graven duiden er volgens de archeologen op dat de Vikingen belasting moesten innen in het gebied.

Een van de grafgiften was een balans, waarmee bijvoorbeeld edelmetalen konden worden gewogen.

© Niels-Peter Granzow Busch & Torsten Weper/HISTORIE

Bij de balans lagen ook 20 gewichtjes die bij de weegschaal hoorden.

© Niels-Peter Granzow Busch & Torsten Weper/HISTORIE

In graf 42 en 43 vonden de archeologen zogeheten toetsstenen, waarmee de kwaliteit van goud en zilver getest kon worden.

Gewichten en toetsstenen werden in de Vikingtijd door kooplieden gebruikt, maar het waren ook belangrijke werktuigen voor belastinginners.

En Wadyl vermoedt dat dat de functie van de Vikingen was: ‘Misschien bestuurden ze in naam van de hertog en inden ze belastingen.’ Hij legt uit dat het in die tijd gebruikelijk was om buitenlanders de baas te maken over grensgebieden.

En weinig mensen waren geschikter voor deze gevaarlijke klus in de uithoeken van het rijk dan de strijdlustige Vikingen uit het noorden. Uit de opgravingen blijkt dan ook dat de vier Vikingen waarschijnlijk hulp kregen van een groep landgenoten.

Veel meer graven

De vier Vikingen in de kamergraven waren de eersten die in Ciepłe bijgezet werden, maar bepaald niet de enigen. Tot nu toe zijn er meer dan 60 graven ontdekt uit ongeveer dezelfde periode als die van de Scandinaviërs, maar er zijn aanwijzingen dat de begraafplaats zeker twee keer zo groot is en dat er nog veel meer lichamen kunnen liggen.

Twee van de nu blootgelegde graven zijn kamergraven, net als die van de Vikingen, maar de rest is bescheidener met weinig grafgiften.

In 49 van de graven lagen genoeg resten om het geslacht van de doden te kunnen bepalen. Het bleken vooral mannen te zijn, 28 in totaal. De rest bestond uit vrouwen en enkele kinderen. Dat kan erop duiden dat het om troepen ging die de Vikingen assisteerden.

Volgens Sławomir Wadyl zijn de strontiumwaarden van 26 van de doden geanalyseerd. Uit het onderzoek blijkt dat circa de helft afkomstig was uit de streek zelf, terwijl de overigen uit Pommeren of het midden van Polen kwamen.

‘Het lijkt er dus op dat de helft van buiten kwam, hoogstwaarschijnlijk uit Scandinavië,’ aldus de archeoloog, die denkt dat het om mensen gaat die samen met de vier hooggeplaatste Vikingen naar Polen kwamen.

Uit onderzoek van het terrein rond de begraafplaats blijkt dat er zich daar en rond de drie forten zeker drie nederzettingen en een tweede, kleinere begraafplaats bevonden. Of er in Ciepłe sprake was van een soort Vikingkolonie, is echter niet te zeggen.

Volgens Sławomir Wadyl werpen de ontdekkingen in Ciepłe ook nieuw licht op een aantal oudere grafvondsten in Polen. Ciepłe is namelijk niet de enige plek waar archeologen kamergraven hebben gevonden.

Ook eerder is dit buitenlandse graftype opgedoken langs de Wisła en in Centraal-Polen. Het grootste deel van de skeletten hieruit is nooit geanalyseerd.

‘Maar ik denk dat we hetzelfde zouden zien als in Ciepłe als we een strontiumtest deden,’ stelt Wadyl. Hij denkt dat de vondsten in Ciepłe duidelijk laten zien dat Bolesław de Dappere zijn banden met de Vikingvorsten van Scandinavië gebruikte om aan strijdlustige soldaten te komen voor zijn leger.

En Ciepłe was, gezien de andere kamergraven die her en der in Polen zijn blootgelegd, niet de enige plek waar Vikingen actief waren. Volgens middeleeuwse bronnen wist Bolesław dan ook een buitengewoon sterke centrale staat op poten te zetten.

Jarenlang breidde koning Bolesław zijn Poolse rijk uit, en in 1018 veroverde hij het Kievse Rijk in het huidige Oekraïne en zette hij zijn schoonzoon op de troon.

© Wincenty Smokowski/National Museum in Warsaw

De eerste koning van Polen

Toen hij het oosten van Pommeren bij zijn rijk had ingelijfd, richtte Bolesław zich rond 999 op het zuiden en veroverde hij het huidige Slowakije en het oostelijk deel van Tsjechië.

De monnik Gallus Anonymus stak de loftrompet over de heerser: ‘Is het nodig om zijn zeges en triomfen op de heidenen op te sommen als we weten dat hij ze allemaal onder zijn voet heeft verpletterd?’

Een jaar later bezocht de Rooms-Duitse keizer Otto III hertog Bolesław, die voor de gelegenheid zijn hoofdstad had versierd en zijn gevolg uitbundig had uitgedost, met goud, zilver en fraaie kleren. De keizer geloofde zijn ogen niet.

‘Het is ongepast om zo’n groot man hertog of graaf te noemen. Het is echter wel op zijn plaats om hem te verheffen tot de koninklijke troon en hem met een kroon te sieren,’ sprak de keizer volgens Anonymus. Otto nam het keizerlijke diadeem van zijn hoofd en plaatste het op dat van Bolesław als teken van respect.

Bolesław schonk de keizer op zijn beurt een arm: een relikwie van de onlangs heilig verklaarde Sint-Adalbert.

Boleslaw kocht het lichaam van de bisschop en missionaris Adalbert, die in 997 was vermoord, en betaalde naar verluidt het gewicht van het lijk in goud. Later schonk hij een arm van de dode geestelijke aan de Rooms-Duitse keizer.

© Maciej Szczepańczyk

Otto was onder de indruk, en Bolesław hoopte dat de keizer hem zou steunen in zijn poging om koning te worden. Maar helaas voor hem overleed Otto in 1002, en zijn opvolger Hendrik II moest weinig van Bolesław hebben.

De hertog nam wraak door Bohemen binnen te vallen, dat onder de keizer viel, waarop een langdurige oorlog volgde tussen keizerrijk en hertogdom.

Meer dan 20 jaar werd er gevochten, tot Hendrik in 1024 stierf. Een jaar later, op 18 april 1025, werd Bolesław gekroond tot de eerste koning van Polen.

Twee maanden later stierf de kersverse koning als een tevreden man, 59 jaar oud. Hij had tegen alle verwachtingen in zijn grote droom weten te verwezenlijken.

Ciepłe werd vergeten

Toen Bolesław in 1025 werd gekroond, lagen de vier hooggeplaatste Vikingen al zeker 15 jaar in hun graf in Ciepłe. Maar dat betekende niet dat ze waren vergeten – integendeel.

Tijdens de opgravingen vonden de archeologen een palissade die de vier graven van de rest moet hebben gescheiden.

‘Zelfs 100 jaar na de bijzetting van de Vikingen durfde niemand nieuwe graven aan te leggen binnen de omheining, hoewel de begraafplaats nog in gebruik was,’ vertelt Sławomir Wadyl.

© Torsten Weper/HISTORIE

De nagedachtenis aan de mannen leek ook na vele jaren nog springlevend. ‘De mensen moeten hebben geweten dat hier de grondleggers van de begraafplaats lagen, die je niet moest verstoren.’

Wadyl schat dat er nog tot circa 1150 graven werden aangelegd, waarna de huizen en forten werden verlaten en vergeten. Het dorp schoof waarschijnlijk op naar de plek waar Ciepłe nu ligt.

‘Ciepłe is tegenwoordig een piepklein dorpje met misschien 15 huizen, dus het is echt heel afgelegen’ lacht Wadyl.

Hij probeert geld in te zamelen om door te kunnen graven en het raadsel van de Vikingen van Ciepłe op te lossen. ‘We hebben in 2019 een beetje gedaan, maar we hebben niet veel geld, dus het was niet makkelijk,’ zegt hij.

Volgens de archeoloog wilden ze in 2020 verder, maar daar stak de coronacrisis een stokje voor. ‘Maar in 2021 gaan we aan de slag met de nieuwe begraafplaats en het centrale fort.’

Ciepłe is misschien al 1000 jaar in de vergetelheid geraakt, maar als er nieuwe vondsten opduiken die even spectaculair zijn als de vorige, wordt de naam wellicht weer beroemd.