Vikingen ranselden de vijand af met hun schild

Een Deense onderzoeker liet zich afrossen met een zwaard om te begrijpen hoe de Vikingen in gevechten hun schilden gebruikten. Deze zogeheten experimentele archeologie leverde verrassende resultaten op.

De Vikingen gebruikten hun schilden niet om zich erachter te verbergen, blijkt uit Deens onderzoek.

© Shutterstock

In een maliënkolder van 12 kilo verborg Rolf Warming van de universiteit van Kopenhagen zich achter zijn schild, terwijl een ‘vijand’ hem aanviel met een zwaard. ‘BAM,’ klonk het steeds weer als het zwaard het schild trof. Zo leerde Warming meer over de gevechtstechnieken van de Vikingen.

‘Het blijkt dat de Vikingen hun schilden veel actiever gebruikten dan we dachten,’ zegt Rolf Warming tegen videnskab.dk.

Gevecht werd realistisch nagebootst

Als eerste heeft hij de gevechtstechnieken van de Vikingen onderzocht met behulp van een scherp zwaar en een realistisch schild. De resultaten gebruikt hij voor zijn scriptie.

De Vikingen verstopten zich niet achter hun schild tot de vijand het raakte, maar draaiden het zodat het zwaard erop afketste en de vijand uit balans raakte. Dan sloegen ze zelf toe met zwaarden, bijlen of de rand van het schild.

Gedraaid schild hield het langer vol

Warming ontdekte gaandeweg dat zijn schild een lange dag op het slagveld niet zou volhouden als hij het zwaard er keer op keer op neer liet komen. Dan had hij op een gegeven moment alleen het handvat nog over. Maar als hij de slagen van de vijand op het gedraaide schild liet afketsen, ontstond er weinig schade.

Hierna wil Warming testen hoe duurzaam het ronde schild van de Vikingen was. Daar gaat hij scherpe bijlen en pijlen voor gebruiken.

Bij de test sloeg Rolf Warming zijn tegenstander niet terug, maar registreerde hij wanneer hij de mogelijkheid had om een dodelijke slag toe te brengen.