Het was een internationale sensatie toen twee amateurarcheologen zo’n twee jaar geleden een enorme goudschat vonden bij Vindelev in Zuid-Denemarken. En de vondst heeft een nieuwe verrassing in petto.
Deense taalkundigen ontdekten ’s werelds oudste inscriptie met de naam ‘Odin’ op een van de gouden bracteaten: de kleine, ronde gouden plaatjes die als medaillons worden gebruikt.
De machtige god uit de Scandinavische mythologie komt voor in de zin ‘Hij is Odins man’, die verwijst naar het portret op de bracteaat van een onbekende koning of hoofdman, die mogelijk Jaga of Jagaz heette.

De inscriptie is ontcijferd door experts Krister Vasshus en Lisbeth Imer van het nationale museum in Kopenhagen.
Dit betekent dat het geloof in de noordse goden al in het begin van de 5e eeuw bestond: 150 jaar eerder dan tot nu toe gedacht.
De ontdekking plaatst niet alleen de Scandinavische goden verder terug in de tijd, maar kan ook de sleutel zijn tot de ontcijfering van veel vooralsnog onleesbare runeninscripties.
Onderzoeker krijgt amen niet omlaag
De vroegst bekende verwijzing naar Odin komt van de Romeinse historicus Tacitus, die in zijn Germania uit 98 n.Chr. schrijft dat de belangrijkste god van de Germanen te vergelijken is met de Romeinse god Mercurius. Historici denken dat het om Odin gaat.
Maar de Deense vondst is ‘de eerste keer in de wereldgeschiedenis dat de naam van Odin wordt genoemd’, zegt Lisbeth Imer, runoloog en schriftdeskundige bij het Deense nationale museum, die de ontdekking samen met taalkundige Krister Vasshus deed.
‘We hebben het bewijs zwart op wit in handen, en het is een enorme ontdekking. Ik kan mijn armen niet omlaag krijgen, zo enthousiast ben ik. Dit type inscriptie is uiterst zeldzaam, we vinden er misschien eens in de 50 jaar een, en deze keer is het wereldgeschiedenis,’ zegt Vasshus.
De tot voor kort oudste inscriptie met de naam Odin staat op een kledinggesp uit de tweede helft van de 6e eeuw uit Nordendorf in Zuid-Duitsland. In Denemarken staat de oudste inscriptie tot nu toe op een amulet van een menselijk schedelfragment uit begin 8e eeuw.
Ontcijfering kan leiden tot meer doorbraken
Het feit dat onderzoekers de runen op de bracteaat konden ontcijferen is op zich al een klein wonder. De tekst is klein, weggesleten en op sommige plaatsen bijna volledig verdwenen. Bovendien is hij geschreven zonder spaties tussen woorden en bevat hij woorden die runologen nog niet eerder zijn tegengekomen.
‘Deze runeninscriptie was de moeilijkste om te duiden in mijn 20 jaar als runoloog bij het museum, maar het was absoluut de moeite waard,’ zegt Lisbeth Imer.
In Noord-Europa zijn meer dan 200 bracteaten met inscripties gevonden, en de nieuwe ontdekking heeft al geleid tot de ontcijfering van verschillende andere teksten.
Zo bevatte de goudschat nog een bracteaat, die dezelfde inscriptie bleek te dragen als de pas geduide. Die was alleen minder goed uitgevoerd en bevatte fouten: Odin was bijvoorbeeld verkeerd gespeld.
Het nationaal museum in Kopenhagen bleek een identieke ‘tweeling’ van de slecht uitgevoerde bracteaat in de collectie te hebben, die in 1852 in Odense was gevonden. De onderzoekers stelden vast dat deze met dezelfde matrijs was gemaakt, en na 170 jaar is de gehele inscriptie nu leesbaar.
Deze ontdekkingen tonen aan dat het een interessante en heilige tekst moet zijn geweest, die veelvuldig werd gekopieerd. Deense koningen kunnen de woorden gebruikt hebben om zichzelf te vervullen met Odins kracht en magische eigenschappen.

De goudschat van Vindelev is te zien in het nationale museum in Kopenhagen.