Ontlasting laat zien: Vikingen gaven Scandinaviërs COPD
Onderzoekers vragen zich al lang af waarom longaandoeningen als COPD en emfyseem zo veel voorkomen in Scandinavië. Nu blijkt dat ze de levensgevaarlijke longziekten aan de Vikingen te danken hebben.

De Vikingen hadden zo veel last van parasieten dat hun lichaam er een verdedigingsmiddel tegen ontwikkelde – en daar kwamen weer longziekten uit voort.
Vikingen gaven Scandinaviërs longziekten
Longziekten als emfyseem en COPD zijn overgeërfd van de Vikingen. Dat concludeert een groep onderzoekers van de Liverpool School of Tropical Medicine, die ontlasting uit de Vikingtijd hebben bestudeerd.
Volgens de onderzoekers hadden de Vikingen zo veel last van wormen dat hun lichaam het eiwit alfa-1-antitrypsine (A1AT) ontwikkelde. Dit beschermde hen tegen de ziekten die ze door de wormen konden oplopen.
Maar juist dit eiwit heeft ertoe geleid dat de huidige inwoners van Scandinavië zo ontvankelijk zijn voor emfyseem, COPD en andere longaandoeningen.
Deense latrines hebben sporen van wormen
Dat de Vikingen op zo grote schaal geplaagd werden door wormen, ontdekten de Vikingen door latrines te onderzoeken in een Vikingnederzetting uit 1018 à 1030, nabij de Deense plaats Viborg. Met behulp van bodemmonsters namen ze 1000 jaar oude parasieteneitjes uit de ontlasting van de Vikingen onder de loep.
Uit analyses van het DNA van de eitjes bleek dat de Vikingen en hun dieren veel last hadden van parasieten. En volgens professor Richard Pleass heeft dat geleid tot de vorming van het eiwit dat nu longziekten als COPD ontwikkelt:
'De Vikingen moeten verontreinigd eten hebben gegeten, waardoor de parasieten zich verspreidden naar de diverse organen, zoals de longen en de lever. Daar gaven ze de proteasen vrij die de ziekten veroorzaakten.'
Lees ook: Romeinen hadden wormen en andere parasieten
Eiwit ontwikkelde longziekten
De Vikingen ontwikkelden een afwijkende variant van A1AT, die hun longen en lever beschermde tegen de zware aanvallen van wormen.
Maar deze variant leidt tot alfa-1-antitrypsinedeficiëntie, en dat zorgt ervoor dat Scandinaviërs tegenwoordig vatbaarder zijn voor longziekten als astma en COPD en voor leveraandoeningen als cirrose.
Onderzoekers willen nu het DNA uit de ontlasting van de Vikingen nader onderzoeken om meer te weten te komen over de personen die parasieten verspreidden in de Vikingtijd.