In de Vikingtijd kwamen met name gehate vijanden gruwelijk aan hun einde, meent een aantal experts. Bij de zogeheten bloedarend werd de rug van het slachtoffer opengesneden en werden de huid en ribben naar buiten getrokken om vleugels te vormen. Dan werden de longen eruit gerukt. Volgens de saga’s overkwam dit de Engelse koning Ælla.
De bloedarend wordt vaak een mythe genoemd, maar nu concludeert een onderzoeksteam dat de beestachtige wraakactie in elk geval technisch mogelijk was met de werktuigen die de Vikingen hadden.
Onderzoekers van de universiteit van IJsland onderzochten de messen van de Vikingen, die sterk genoeg bleken om door menselijke spieren en botten te snijden. De Vikingen hadden ook de anatomische kennis om ribben en spieren door te snijden zonder de longen te beschadigen.