Mariana Muñoz-Rodriguez/Shutterstock.com/ public domain
Vikingen kammen

IJdele Vikingen importeerden kammen van ver

De Vikingen gaven veel meer om hun uiterlijk dan de gemiddelde middeleeuwse boer – en voor hun mooie, lange haar was alleen het beste goed genoeg. Dat blijkt uit nieuw internationaal onderzoek.

Hedeby, dat tegenwoordig in Noord-Duitsland ligt, was in de Vikingtijd een grote handelsstad. De plaats bevond zich dicht bij de Deense grens en daarmee ook bij het machtige Frankische Rijk, dat het grootste deel van Centraal-Europa besloeg en zich ontwikkelde tot het Heilige Roomse Rijk.

Veel van de belangrijkste archeologische Vikingvondsten komen dan ook uit Hedeby, waardoor we een indrukwekkend inzicht hebben verkregen in het dagelijks leven van de Vikingen.

Wat Hedeby onder andere duidelijk heeft gemaakt, is hoezeer Vikingen om hun uiterlijk en hygiëne gaven. In de loop der jaren zijn er zo’n 1250 kammen en delen daarvan uit de Vikingtijd gevonden.

De kammen zijn nu grondig geanalyseerd in een groot internationaal onderzoek, en de resultaten laten zien dat voor een Viking die zijn haar wilde stylen alleen het beste goed genoeg was. Want de kammen kwamen van ver.

Lokale edelherten voldeden niet

Het eerste deel van het onderzoek moest vaststellen waar de vele kammen die in Hedeby zijn gevonden, van gemaakt waren. Biomoleculaire analyses toonden aan dat 85 à 90 procent gemaakt was van rendiergewei – van rendieren die niet in Denemarken voorkomen, maar in de Noorse bergen.

Er waren ook een paar kammen bij van geweien van edelherten, die mogelijk wel afkomstig waren uit Denemarken. Maar de Vikingen hadden een sterke voorkeur voor rendierkammen, ook al moesten die meer dan 1000 kilometer worden vervoerd, van Noorwegen naar Zuid-Denemarken.

Vikingen kammen

Drie kammen gemaakt van rendiergewei – alle drie gevonden in Hedeby.

© Mariana Muñoz-Rodriguez

Scandinavië had nauwe handelsbetrekkingen

De volgende stap was te bepalen of de kammen geïmporteerd waren of lokaal in Hedeby waren gemaakt. De handelsstad produceerde zelf veel voorwerpen van hertengewei, dus het zou goed kunnen dat ze door de Denen zelf werden gemaakt.

Maar het nieuwe onderzoek duidt op iets anders. De verwerking van geweien leidde tot restproducten, die de Vikingen weggooiden. Onderzoek van afvalhopen uit Hedeby wijst echter uit dat slechts 0,5 procent van het afval afkomstig was van rendieren. Dit betekent dat de kammen in Noorwegen werden geproduceerd en naar Hedeby werden geïmporteerd, waar ze waarschijnlijk voor veel geld werden verkocht.

‘Het onderzoek in Hedeby is bijzonder interessant omdat het ons iets vertelt over de connecties tussen de bergachtige of Arctische gebieden van Scandinavië en deze grote stad aan de poort van continentaal Europa. Het wijst op een periode in de 9e eeuw waarin deze noordelijke connecties erg sterk moeten zijn geweest,’ schrijft archeoloog Steven Ashby van de Universiteit van York in de studie, die is gepubliceerd in het tijdschrift Antiquity.

De archeologen zijn vooral geïnteresseerd in de uitgebreide grensoverschrijdende handelsnetwerken van de Vikingen, en voor het volgende project zal het team biomoleculaire analyses maken van voorwerpen die onder andere via Groenland en de Oostzee in Hedeby zijn beland.