Shutterstock
Vikingen

Hoe gewelddadig vielen de Vikingen de Engelse kloosters aan?

Engelse kerken en kloosters werden slachtoffer van de onverzadigbare honger van de Vikingen naar zilver en goud. Maar uit nieuwe opgravingen blijkt dat de monniken helemaal niet zo makkelijk opgaven.

De monniken in het klooster Lindisfarne werden op een januaridag in 793 net na hun ochtendgebed opgeschrikt door twee schepen met drakenkoppen.

De schepen meerden aan voor de kust van het kleine Engelse eiland, en een horde gewapende mannen trok naar het klooster, waar de doodsbange monniken zich probeerden te verbergen.

Maar tevergeefs. De monniken werden afgeslacht, het klooster brandde af en de indringers – Deense Vikingen – vertrokken met al het zilver en goud.

‘De heidenen onteerden het heiligdom van God, verwoestten ons huis van hoop en vertrapten de lichamen van de heiligen als straatvuil,’ schreef een priester.

De monniken keerden terug

De aanval op Lindisfarne in 793 was de eerste bekende Vikingaanval op een Engels klooster, en in de eeuwen daarna verwoestten de Noormannen talloze kloosters.

Tot nu toe meenden historici dat aanvallen van de Vikingen zo verwoestend waren dat Engelse kloosters vaak voorgoed verlaten werden, maar een nieuwe studie van de universiteit van Reading laat zien dat ze minder vernietigend waren dan gedacht.

Onderzoekers hebben de lokale archieven en archeologische vondsten van een groot aantal kloosters onderzocht – waaronder dierenbotten en munten – en daaruit bleek dat monniken kort na de Vikinginvallen terugkeerden en het kloosterleven voortzetten.

‘Deze studie schetst een complexer beeld van de kloosters in deze roerige tijden. In populaire historische verslagen is altijd een beeld geschetst van passieve slachtoffers van de Vikingen, maar ze waren veel weerbaarder,’ zegt archeoloog Gabor Thomas van de universiteit van Reading.