Slavenhandel leidde tot wapenwedloop in Afrika
Al lang voordat de Europeanen naar Afrika kwamen, voelden de Afrikanen de dreiging van de slavernij. Daarom ontwikkelden ze nieuwe verdedigingsmethoden.

In Afrikaanse dorpen werden milities opgericht van jonge mannen, met ‘vuurwapens, pijl-en-bogen, werpsperen en brede, tweesnijdende zwaarden.’
Aan slaven geen gebrek toen Arabieren en Europeanen naar Afrika kwamen om goedkope werkkrachten te zoeken.
De Afrikanen zelf handelden al tijden in gevangenen die ze hadden gemaakt tijdens hun oorlogen.
Afrikaanse krijgsgevangenen moesten zwaar werk doen, zoals bomen rooien en de stronken uit de grond halen zodat er landbouwgrond vrijkwam.
Bovendien konden ze het slachtoffer worden van rituele offers aan de goden van een van de vele Afrikaanse natuurreligies.
Maar de situatie veranderde ingrijpend toen de Arabieren in de 7e eeuw ten zuiden van de Sahara slaven begonnen te kopen.
Vanaf dat moment trokken Afrikanen niet alleen ten strijde om grensgeschillen te beslechten of grond of jachtrechten te verwerven: veel oorlogen waren alleen bedoeld om slaven te ontvoeren.
Vredelievende stammen moesten op slavenjacht
Toen de Europeanen in de 16e eeuw handelsposten vestigden in West-Afrika, werd het alleen maar erger en rees de slavenhandel de pan uit.
Er ontstond een industrie die Afrika en zijn vele gemeenschappen voorgoed zou veranderen.
Europese slavenhandelaren maakten doorgaans zelf geen slaven buit, maar kochten ze van Afrikaanse stammen.
Plaatselijke slavenjagers werden betaald met vuurwapens en kruit.
Dankzij deze moderne wapens konden ze hun buurstammen onderwerpen en nog meer gevangenen maken om naar de Europese plantages in Amerika of de Arabische steden te sturen.
Vreedzame stammen werden dan ook gedwongen om zelf op slavenjacht te gaan om aan wapens te komen.
Als ze dat niet deden, kon de hele stam in de slavenketenen geslagen worden.
In Afrikaanse dorpen werden milities opgericht van jonge mannen, met ‘vuurwapens, pijl-en-bogen, werpsperen en brede, tweesnijdende zwaarden,’ zoals een slaaf later vertelde. Jongens stonden rond de dorpen op de uitkijk.