Nu gebruiken we het woord ‘dictator’ in negatieve zin over een leider die zijn land met harde hand bestuurt. Maar oorspronkelijk verwijst het begrip naar een ambtenaar in de Romeinse republiek die in een beperkte termijn de autoriteit kreeg om zelfstandig besluiten te nemen.
Het idee was dat een leider met onbeperkte macht nodig was in crisissituaties, als er snel beslist moest worden – bijvoorbeeld als er een opstand uitbrak en de staatsveiligheid in het geding was. Dan kon een van de twee gekozen consuls, die Rome bestuurden, tot dictator uitgeroepen worden.