Voor een Romein was de toga gelijk aan een pak nu. Hij werd alleen bij speciale gelegenheden gedragen, zoals een belangrijke bijeenkomst of feestelijke gebeurtenis.
Daardoor werd de toga geassocieerd met een hoge status en was het gebruik omgeven met tradities en wetten. Zo mochten alleen vrije Romeinse staatsburgers er een dragen. Ook was vastgelegd wie welke kleuren en patronen mochten dragen.
De toga zelf bestond uit een grote lap wol, die over de schouder geworpen werd en sierlijk om het lichaam werd gewikkeld.
De 4 tot 6 meter lange en maximaal 3 meter brede lap stof was lastig te hanteren. Vaak hadden de Romeinen hulp van hun slaven nodig om de toga goed om te doen.
Voor alledaags gebruik droegen de meeste Romeinen een mouwloze tunica, die ongeveer tot de knieën kwam.
Veel hooggeplaatste figuren prefereerden echter de paenula – een soort poncho, die leek op de toga maar meer bewegingsvrijheid bood.
VIDEO – Kijk hoe de Romeinen hun toga aantrokken:
Broeken kenden de Romeinen wel van de volken die ze onderwierpen, maar ze zagen beenbekleding als iets primitiefs dat alleen door barbaren werd gedragen.
In de laatste eeuwen van het Romeinse Rijk werd de toga geleidelijk vervangen door een tunica en mantel.
Gevallen vrouw droeg toga
De Romeinse toga was voor mannen – en ‘slechte’ vrouwen. Oorspronkelijk droegen zowel mannen als vrouwen een toga, maar vanaf circa 200 v.Chr. was hij voorbehouden aan mannen.
Voor vrouwen was er de lange jurk met mantel, die als zediger werden gezien. Een uitzondering waren prostituees en overspelige vrouwen, die een toga moesten dragen om hen te onderscheiden van eerbare vrouwen.