Voor een Romein was de toga gelijk aan een pak nu. Hij werd alleen bij speciale gelegenheden gedragen, zoals een belangrijke bijeenkomst of feestelijke gebeurtenis.
Daardoor werd de toga geassocieerd met een hoge status en was het gebruik omgeven met tradities en wetten. Zo mochten alleen vrije Romeinse staatsburgers er een dragen. Ook was vastgelegd wie welke kleuren en patronen mochten dragen.
De toga zelf bestond uit een grote lap wol, die over de schouder geworpen werd en sierlijk om het lichaam werd gewikkeld.
De 4 tot 6 meter lange en maximaal 3 meter brede lap stof was lastig te hanteren. Vaak hadden de Romeinen hulp van hun slaven nodig om de toga goed om te doen.