In paniek keken de Romeinen naar hun grootste militaire strateeg, Gaius Marius.
Twee jaar eerder had de niet-adellijke Marius de oude vermogenseis afgeschaft waardoor alleen mannen uit de hoogste klasse soldaat konden worden.
Het leger werd professioneel
Na Marius’ hervorming meldden duizenden arme Romeinen zich.
De rijken haalden hun neus op. Maar toen Marius na de blamage in Frankrijk verdere hervormingen voorstelde, ging iedereen achter hem staan.
Het leger dat ooit uit notabelen bestond, veranderde in een professionele krijgsmacht.
Het legioen, de grootste legereenheid, werd opgedeeld in kleinere eenheden, die samen en alleen konden opereren.
Het resultaat was een supermobiel, gedisciplineerd leger dat de vijanden van de Romeinen als een moker kon verpletteren.
In 102 v.Chr. maakte het leger zijn belofte waar door twee enorme Germaanse stammen te verslaan.
En dat was nog maar het begin. Dankzij Marius’ legioenen was Rome 500 jaar praktisch onoverwinnelijk.