Romeinse muntschat van 600 kilo gevonden in Spanje

Spaanse grondwerkers zijn op een enorme berg Romeinse munten gestuit, waarmee hoogstwaarschijnlijk het leger van het rijk moest worden betaald.

De 600 kilo aan munten werd waarschijnlijk bewaard als betaling voor het Romeinse leger.

© Gill/Gillerman slides collection (Yale), Wikimedia

In een voorstad van de plaats Sevilla hebben grondwerkers tijdens het aanleggen van een waterleiding een opvallende vondst gedaan. Onder de grond bleek wel 600 kilo aan Romeinse munten te liggen, die dateren uit de late 3e en de vroege 4e eeuw n.Chr.

De munten werden gevonden in de Spaanse plaats Tomares en zaten in 19 amfora’s (aardewerken kruiken) een kleine meter onder de grond. De meeste munten zijn van brons, maar een klein deel bevat ook sporen van zilver.

Het hoofd van het archeologisch museum van Sevilla, Ana Navarro, wil de exacte waarde van de munten niet prijsgeven, maar zegt dat ze ‘in elk geval miljoenen euro’s waard zijn’.

Het gezicht van Constantijn de Grote

Op de ene zijde van de munten staat een afbeelding van de keizers Maximianus en Constantijn de Grote, en op de andere zijde staan Romeinse allegorieën. De twee keizers regeerden respectievelijk van 286-305 n.Chr. en 306-337 n.Chr.

In die jaren was de stad onderdeel van het economische machtscentrum in Andalusië op het Iberisch Schiereiland. Begin 1e eeuw n.Chr. vielen de Romeinen het gebied binnen, waarna ze het 700 jaar lang bestuurden.

Munten waren soldij

Volgens Navarro vertonen de munten zo weinig sporen van slijtage dat ze waarschijnlijk nooit in circulatie zijn gebracht. En ze lijken zo sterk op elkaar dat ze in een korte periode moeten zijn geslagen.

Daarom denkt ze dat de munten werden opgeslagen voor het betalen van belasting of soldij. De definitieve conclusie laat echter op zich wachten, want op dit moment heeft het museum nog maar 10 procent van de munten geanalyseerd.

Op de video hieronder kun je de grote muntschat bekijken.