Miljoenen toeristen hebben het enorme beeld van Constantijn de Grote in Rome gezien. Alleen het hoofd en wat andere onderdelen van de keizer die het Romeinse Rijk van 306 tot 337 regeerde zijn bewaard gebleven, en binnenkort wordt het beeld iets completer: de wijsvinger is opgedoken.
De vinger bevindt zich sinds 1913 in het Parijse museum het Louvre, maar omdat hij 38 centimeter lang is, dachten de museumdeskundigen dat het een teen was. De jonge promovenda Aurélia Azéma ontdekte de fout in 2018.
Op basis van de lengte berekende ze dat de teen op een beeld van 12 meter hoog had moeten zitten. En daar zijn er niet zo veel van.
Het museum maakte een 3D-scan van de vinger en produceerde een getrouwe kopie van glasvezel. Die werd naar Rome gestuurd, en hij bleek perfect op het vingerstompje van Constantijn te passen.
Keizerlijke vinger verdween spoorloos
Na ruim 500 jaar is de bronzen wijsvinger weer aan des keizers hand gezet. De juiste hoek werd gevonden door te oefenen met een marmeren hand.
De twee enorme beelden van Constantijn, van brons en marmer, werden na de val van het Romeinse Rijk verwoest. Delen ervan kwamen bij de paus terecht, maar in de 16e eeuw rukte iemand de bronzen wereldbol uit de vingers van de keizer. Daarbij sneuvelde de wijsvinger. Die werd in de 19e eeuw door een rijke verzamelaar aan het Louvre gedoneerd.