Romeins huishouden was een hoop gedoe
De oude Romeinen hadden ongeveer dezelfde huishoudelijke taken als wij. Maar 2000 jaar geleden kon een wasje doen wel een paar dagen duren.

Volgens onderzoekers verbeeldt dit Romeinse reliëf mannelijke slaven die de afwas doen.
Water halen: Een vervelende, maar essentiële klus
De meeste Romeinen moesten een paar keer per dag water halen om te drinken, te koken en mee schoon te maken. In steden als Rome brachten aquaducten water naar openbare fonteinen, maar op het platteland moest het uit rivieren of putten gehaald worden, die soms ver weg waren.
Het water werd vervoerd in kruiken van aardewerk en emmers van hout, die vol zeker 10 tot 12 kilo wogen. Water halen was dus een heel gesjouw, en
als de huiseigenaar slaven bezat, dan moesten zij het doen. Het was een zeer gehaat klusje. In een komedie van de Romeinse blijspeldichter Plautus dreigt de ene slaaf de andere water te laten halen: ‘Ik laat je water halen tot je rug zo krom is dat je als zadelriem kunt dienen.’
Het ene water was het andere niet. Goed water moest volgens de geschiedschrijver Plinius de Oudere smaak- en geurloos zijn: ‘Water dat gezond is, moet vooral aan lucht doen denken.’
Plinius schreef dat het water van rivieren en meren de smaak van de aarde aan de oever en de waterplanten aannam. En bronwater kreeg een smaakje van het gesteente waar het doorheen stroomde. Plinius was dan ook van mening dat het beste water uit putten kwam die doorliepen tot aan het grondwater: ‘Maar het moet een put zijn waarin het water constant in beweging is vanwege veelvuldig gebruik.’