Romeinen aten dierenvoer

In talloze films zien we de oude Romeinen smullen van overdadige diners. Maar de werkelijkheid was anders, blijkt uit nieuwe analysen van Romeinse botten.

De kaak van een circa 30-jarige man laat zien dat hij veel gierst at.

In oude teksten worden de Romeinen afgeschilderd als smulpapen die zich tegoed deden aan fruit, vis en gebak. Maar in werkelijkheid aten ze povere kost. Dat concludeert de Amerikaanse University of West-Florida, die skeletten van gewone Romeinen aan isotoopanalysen onderwierp.

Uit het onderzoek blijkt dat de Romeinen vooral leefden van gierst – een gewas dat volgens de Romeinse bronnen eigenlijk alleen geschikt werd geacht als diervoeder.

De botten zijn afkomstig van 36 skeletten uit de Romeinse bloeitijd van de 1e eeuw tot circa 300 n.Chr. Sommige lagen op een begraafplaats net buiten de stadsmuur, andere komen uit een van de arme buitenwijken van Rome. Duidelijk blijkt dat hoe lager de sociale status was, hoe meer gierst men at.

‘Er liggen nog steeds duizenden skeletten in Rome die niemand heeft onderzocht en die ons meer kunnen leren over de gewone Romeinen’, zegt onderzoeksleider Kristina
Killgrove, die schat dat 98% van de twee miljoen Romeinen voornamelijk leefde van gierst.