A. De Neuville

Onderzoeker: Droogte voerde Attila’s Hunnen naar Europa

Uit onderzoek van jaarringen van bomen blijkt dat Attila, koning der Hunnen, niet alleen op goud uit was, maar het machtige Romeinse Rijk wel moest aanvallen.

In de 5e eeuw n.Chr. werd het Romeinse Rijk meermaals aangevallen door de Hunnen, nomaden uit Centraal-Azië. De tanende grootmacht moest een tribuut in goud afdragen aan hun gevreesde leider Attila.

De geleerden dachten dan ook lang dat de Hunnen naar het westen trokken om hun honger naar goud te stillen. Maar uit nieuw onderzoek blijkt dat ze eerder dorst hadden dan honger.

Hoogleraar archeologie Susanne Hakenbeck en hoogleraar geografie Ulf Büntgen van Cambridge University onderzochten de jaarringen van 1600 jaar oud hout uit Centraal-Azië:

‘We ontdekten dat perioden van droogte samenvielen met een toename van militaire aanvallen,’ zegt Büntgen.

Attila heerste in 450 over een rijk dat groter was dan het West- en Oost-Romeinse bij elkaar.

© HISTORIE, Shutterstock

Hunnen wilden groen gras

Volgens de onderzoekers werden de Hunnen naar Europa gedreven door droogte in Centraal-Azië, die ook werd genoemd door de Romeinse diplomaat Priscus. Hij ontmoette Attila en hoorde van de eerste aanvallen op het Romeinse Rijk, die ingegeven waren door hongersnood op de steppe.

De droogte zou de vredelievende Hunnen hebben veranderd in bloeddorstige krijgers die te paard met pijl-en-boog ten strijde trokken.

Later eiste Attila ook land langs de Donau in ruil voor vrede. Wellicht was hij uit op groene weidegrond voor de paarden en koeien als de steppen in het oosten droog bleven.