Op een hete nazomerdag in 14 n.Chr. beseft de machtigste man van Rome dat hij zijn vaste greep op het leven en zijn rijk moet loslaten.
De 76-jarige Augustus is een paar dagen eerder onderweg vanuit Noord-Italië ziek geworden en heeft zich naar zijn villa in Nola nabij Napels laten brengen.
Toen bleek dat de oude man het niet zou gaan halen, zijn Augustus’ familie en vrienden naar de villa gehaald.
Stil staan ze rond zijn bed. Ruim 40 jaar heeft de keizer het imperium met een haast bovenmenselijke kracht bestuurd. Een Rome zonder zijn overheersende leiding is nauwelijks voor te stellen.
Maar Augustus is doodmoe en wil niet meer. Hij heeft alles bereikt wat hij wilde – en toch ook niet. Het lot heeft hem een poets gebakken. Hij kon alles en iedereen manipuleren, behalve dat verraderlijke lot. En nu is het te laat.
De oude man kijkt zijn gasten aan met zijn doordringende grijze ogen, die decennialang vriend en vijand hebben doen huiveren. Hij vraagt om een spiegel om zijn haar te fatsoeneren.
Heel zijn leven was één grote voorstelling, een zorgvuldig geënsceneerd schouwspel. Nu wil Augustus ook in stijl eindigen: ‘Als ik mijn rol goed heb gespeeld, applaudisseer dan,’ zegt hij voordat hij voorgoed zijn ogen sluit.

Bij zijn dood werd Augustus in Rome als een god vereerd. Burgers brachten op straat offers aan afbeeldingen van zijn genius – zijn onzichtbare kracht.
Van wreker tot volksmenner
Iets meer dan 2000 jaar geleden stierf op 19 augustus de eerste en meest raadselachtige keizer van Rome.
Zelf hield Augustus vol dat hij de republiek had teruggebracht en dat hij slechts een ‘eerste onder gelijken’ was.
Maar dat was een leugen – een van vele. Want in feite had hij de 500 jaar oude republiek tot een lege huls gereduceerd en zelf de macht overgenomen. Dat had echter vrijwel niemand door voordat het te laat was – de eerste keizer van Rome was een ster in misleiding en propaganda.
Een moord had Augustus 58 jaar eerder op de gevaarlijke politieke bühne van Rome gebracht. In 44 v.Chr. werd de populaire legerleider en politicus Julius Caesar door een groep senatoren gedood.
De reden was dat Caesar zichzelf tot dictator had benoemd en de Romeinse senaat en zijn aristocratische elite buitenspel had gezet.
De moordenaars wilden al Caesars hervormingen terugdraaien en de republiek herinvoeren. Caesar had echter de 19-jarige Augustus, die toen nog Gajus Octavius ofwel Octavianus heette, als zijn erfgenaam geadopteerd.
De jonge man zou zijn adoptievader genadeloos wreken. Samen met Caesars generaal Marcus Antonius vermorzelde hij de republikeinse oppositie en begon hij een klopjacht op Caesars moordenaars. Ze werden allemaal gedood.
Octavianus en Antonius verdeelden het rijk tussen hen tweeën. Octavianus kreeg Rome en het westen, Antonius ging Egypte en het oosten besturen.
De alliantie hield niet lang stand. Toen Marcus Antonius zich liet verleiden door de beroemde Egyptische koningin Cleopatra, greep Octavianus dit schandaal aan om zijn vroegere bondgenoot de oorlog te verklaren.
In 31 v.Chr. kwam het tot een zeeslag bij Actium in Griekenland. Marcus Antonius verloor de slag en moest terug vluchten naar Egypte. Een paar maanden later dook Octavianus met zijn leger op bij de kust van Alexandrië, waarna Antonius en Cleopatra zelfmoord pleegden.
Na een bloedige burgeroorlog van 13 jaar, die duizenden Romeinen het leven kostte, keerde Octavianus zegevierend huiswaarts. Nu was het tijd voor een politieke pr-campagne die zijn weerga niet kende in het Romeinse Rijk.

In 31 v.Chr. versloeg Octavianus (Augustus) Marcus Antonius in de zeeslag bij Actium, waarmee hij wereldheerser werd
Octavianus wil Caesar niet achterna
Toen Octavianus in 30 v.Chr. weer in Rome was, hield hij drie dagen lang een triomftocht, waarbij hij de buitgemaakte schatten van Egypte liet zien.
Daarnaast maakte hij de Romeinen duidelijk dat de gruwelen van de burgeroorlog voorbij waren. Nu ging het om verzoening.
‘Als overwinnaar spaarde ik allen die om genade smeekten,’ schreef hij later.
Hoewel Octavianus formeel consul was, een van de twee hoogste functies in de senaat, had hij dankzij een aantal buitengewone bevoegdheden dezelfde dictatoriale macht als Caesar had gehad – en dat was zijn grootste probleem.
Octavianus vreesde dat hem hetzelfde zou overkomen als zijn adoptievader. Een terugkeer naar de oorspronkelijke republiek was echter onmogelijk.
Het imperium was nu te groot om te worden bestuurd door een groepje kortzichtige, machtsbeluste rijken die de armere mklassen uitbuitten en alleen uit waren op eigen gewin. Het rijk had een visionaire leider nodig: Octavianus zelf.
Hij bedacht een plan: naar buiten toe moest het lijken of de republiek was heringevoerd, maar achter de schermen trok Octavianus aan de touwtjes.
Bij een senaatsvergadering op 13 januari 27 v.Chr. liet de 35-jarige consul zien hoe goed hij toneel kon spelen, toen hij volgens de Romeinse historicus Cassius Dio zijn aftreden aankondigde.
‘Ik leg mijn functie neer met al haar bevoegdheden en geef alles aan u terug: het leger, de wetten en de provincies.’
De geschokte senatoren waren eerst even stil. Toen stond de een na de ander op om Octavianus te prijzen omdat hij het rijk vrede gebracht had en hem te smeken zijn werk voort te zetten.
Met theatrale gebaren wees Octavianus het verzoek af, om uiteindelijk toch in te stemmen. Hij bleef consul en kreeg de macht over de roerige provincies Spanje, Gallië, Syrië en Egypte, waar het grootste deel van het leger zich bevond.
De dankbare senatoren gaven hem de titel Augustus – de verhevene. Voor dagelijks gebruik kreeg hij een minder hoogdravende titel: princeps, wat ‘eerste senator’ betekende.
Om het nieuwe tijdperk te markeren werd de officiële aanduiding van Octavianus voortaan Imperator Caesar Augustus.
‘Vanaf dat moment had ik de meeste autoriteit, maar ik had niet meer macht dan de anderen, die mijn collega’s waren in het ambt,’ schreef Augustus later.
In werkelijkheid lag het een tikkeltje anders: de senatoren die het eerbetoon en de smeekbeden hadden geïnitieerd, hadden hun positie allemaal te danken aan Augustus, en hun optreden was tot in detail door hemzelf georkestreerd.
Vrede en geld verleiden iedereen
De senaatsvergadering was een enorme triomf voor Augustus, die nog consul was en nu ook het grootste deel van het leger van de senaat in handen had.
Daarbij had hij de macht over Egypte, waardoor hij de rijkste man van Rome was. Hij kon de soldij van de soldaten persoonlijk betalen, en toen de staatskas geen geld meer had om graan te kopen voor de armen, schoot de princeps te hulp door het uit eigen zak te betalen.
Dat maakte hem ongelofelijk populair bij het Romeinse proletariaat.
‘Nadat hij de soldaten had verleid met geschenken, het volk met graan en eenieder met de zegeningen van de vrede, kon hij zich de bevoegdheden van de senaat, de ambtenarij en de wet zonder enige tegenstand toe-eigenen,’ schreef de historicus Tacitus treffend.
Het gevolg was dat het volk bij de jaarlijkse verkiezing van magistraten altijd stemde op kandidaten die door Augustus gesteund werden.
Nog steeds kon alleen de elite zich kandidaat stellen, maar de princeps keurde alleen mannen goed die wilden werken in het belang van de staat, en niet voor zichzelf.
Voorheen hadden gouverneurs vaak geparasiteerd op hun provincie en zelfs buurlanden aangevallen in de hoop op buit.
Daar maakt Augustus een einde aan. In zijn eigen provincies stelde hij loyale vertegenwoordigers aan en in de andere provincies werd de gouverneur in de gaten gehouden door controleurs die ervoor zorgden dat de belastingen niet de pan uit rezen en dat de troepen niet nodeloos werden ingezet.
Daarnaast waakte Augustus ervoor dat iemand hem in de schaduw stelde.
Alleen zijn vertrouwelingen mochten nog triomftochten door Rome houden, en toen een gouverneur na een zege op het slagveld beelden van zichzelf liet maken, werd hij oneervol ontslagen.
Van het machtigste instituut in het rijk waren de leden van de senaat nu gereduceerd tot Augustus’ adviseurs, zonder de mogelijkheid om de princeps economisch of militair uit te dagen.

Na zijn dood in 14 n.Chr. werd Augustus verbrand. Bij de crematie werd een arend losgelaten om zijn ziel naar de goden te brengen.
Zijn eigen persoonlijke cultus
Om geen afgunst of ergernis te wekken liep Augustus nooit te koop met zijn rijkdom en macht.
Hij woonde met zijn vrouw Livia op de Palatijn in Rome in een bescheiden huis, dat ‘niet opviel in grootte of elegantie’, zoals de historicus Suetonius het formuleerde.
Hij bezocht het huis na Augustus’ dood en verbaasde zich over het gebrek aan pracht en praal en de simpele meubels.
‘Die zouden voor een gewone burger niet eens gepast zijn,’ schreef hij.
Volgens de Romeinse bronnen liet Augustus zijn echtgenote Livia en zijn dochter Julia uit een eerder huwelijk zelf hun kleren weven.
Ook promootte hij een beeld van zichzelf en zijn gezin als de hoeksteen van de samenleving en voerde hij strenge straffen in op echtbreuk. En hij verbood vrouwen om naar atletiekwedstrijden te kijken waarbij de deelnemers naakt waren.
De bescheiden levensstijl en strenge moraal waren echter maar schijn. Op een eiland in de buurt van Napels, ver van alle nieuwsgierige blikken, had Augustus zijn eigen luxevilla, waar hij met trouwe vrienden van het leven kon genieten.
En volgens Suetonius had hij tot op hoge leeftijd ‘een passie voor het ontmaagden van heel jonge meisjes, die hem overal werden gebracht – zelfs door zijn eigen echtgenote’.
Alle erfgenamen sterven
Augustus had echter een probleem. Hij had alleen een dochter en ontbeerde een mannelijke erfgenaam. In 25 v.Chr. huwelijkte hij de 14-jarige Julia daarom uit aan de zoon van zijn zus, Marcellus.
Het consulaat van Augustus kon echter niet worden geërfd. Daarbij begon het op een verborgen dictatuur te lijken, aangezien hij jaar na jaar herkozen werd. In 23 v.Chr. besloot hij zich daarom niet meer verkiesbaar te stellen.
In plaats daarvan liet hij zich door de senaat tot volkstribuun voor het leven benoemen. De volkstribuun was de vertegenwoordiger van het volk in de senaat. Hij kon wetsvoorstellen doen en besluiten van anderen tegenhouden. En dit ambt kon Augustus veel makkelijker overdragen aan een erfgenaam.
Datzelfde jaar overleed Marcellus echter door ziekte. Livia, de vrouw van de princeps, zag haar kans schoon en drong erop aan dat Augustus haar zoon Tiberius zou adopteren.
Die had onder andere de veldtochten van Augustus in Hongarije en Oostenrijk met groot succes aangevoerd.
Maar Augustus, die Tiberius niet kon uitstaan, huwelijkte Julia uit aan zijn oude vriend Agrippa, die daarmee zijn natuurlijke erfgenaam werd.
Julia en Agrippa kregen al snel vijf kinderen, maar in 14 v.Chr. stierf Agrippa plotseling op een reis in het oosten, slecht 50 jaar oud.
Nu kreeg Livia dan toch haar zin: Julia werd aan Tiberius uitgehuwelijkt die daarvoor moest scheiden van Vipsania, van wie hij zielsveel hield.
Het werd geen gelukkig huwelijk. Julia, die volgens Suetonius streng opgevoed was, stortte zich na al die gedwongen huwelijken in een reeks seksuele uitspattingen met jonge Romeinen.
Ze zou daar al mee begonnen zijn toen ze nog met Agrippa getrouwd was. Maar geslachtsgemeenschap liet ze alleen toe als ze zwanger was van haar man: ‘Passagiers mogen pas aan boord als het schip beladen is,’ zei ze.
Augustus weigerde echter nog steeds Tiberius tot erfgenaam te maken en adopteerde de twee oudste zonen van Julia en Agrippa: Gaius en Lucius. Toen vertrok Tiberius uit Rome om op Rodos te gaan wonen.
Intussen bereikten de geruchten over Julia’s escapades haar vader. Hij had jaren zorgvuldig het beeld opgebouwd van een modelgezin van goede zeden en liet woedend zijn dochter naar een afgelegen eiland deporteren.
Toen hij hoorde dat een vertrouweling van zijn dochter, een zekere Phoebe, zelfmoord had gepleegd, riep hij: ‘Ik was liever Phoebes vader geweest!’

Tiberius werd keizer. Hier geven hij en zijn broer Augustus lauriertakken.
Het bittere einde
De 61-jarige Augustus zag zijn dochter nooit meer, en investeerde nu in zijn twee kleinzoons. Lucius stuurde hij naar Spanje en Gaius ging naar Klein-Azië om het rijk beter te leren kennen.
Maar weer werden zijn plannen doorkruist door het lot. In 2 n.Chr. kreeg Augustus het bericht dat Lucius was gestorven door ziekte, en twee jaar later overleed ook Gaius. Alle hoop voor de toekomst was nu de bodem in geslagen.
De 67-jarige keizer had alleen nog Tiberius, die na zeven jaar ballingschap terugkeerde in Rome.
In 4 n.Chr. liet Augustus daarom het tribunaat overdragen aan Tiberius en adopteerde hij hem officieel. Daarmee was de Romeinse keizerlijke dynastie een feit. Niemand protesteerde, want zoals Tacitus later schreef: ‘Hoeveel mensen waren er nog over die zich de republiek konden herinneren?’
De eerste keizer – en misschien wel de beste toneelspeler – van Rome stierf 10 jaar later. Hij had naar eigen zeggen de republiek teruggebracht, maar alle macht bij haar instituties weggehaald.
De zwakte van Augustus’ systeem bleek echter na zijn dood: het werkte alleen met de juiste man aan het roer.
Tiberius werd een paranoïde dictator, die uit angst honderden mensen liet executeren en zich op het eiland Capri terugtrok.
En zijn opvolgers waren nog erger. Augustus’ laatste erfgenaam was de duivelse keizer Nero, die 54 jaar na de dood van Augustus werd afgezet en zich daarna van het leven beroofde.