Parfums waren erg populair bij de oude Romeinen, en zowel vrouwen als mannen mochten graag lekker ruiken.
De geuren werden gewonnen uit allerlei bloemen en kruiden, maar tot voor kort hadden archeologen nooit tastbare resten gevonden van Romeinse parfums of geurende zalven.
Daar kwam in 2019 verandering in, toen archeologen van de universiteit van Córdoba een Romeinse grafkamer ontdekten tijdens een bouwproject in het Zuid-Spaanse Carmona.
Het grote graf dateert uit de 1e eeuw n.Chr. en bevatte veel urnen en grafgiften, waaronder een flesje dat zo goed verzegeld was dat het nog steeds een geparfumeerde zalf bevatte.
De 2000 jaar oude zalf werd onderworpen aan verscheidene geavanceerde tests om de ingrediënten te identificeren, en de onderzoekers konden vaststellen dat het goedje naast olijfolie ook een etherische olie bevatte.
Die olie was gewonnen uit de patchoeliplant. Die staat bekend om zijn exotische, muskusachtige en enigszins muffe geur, die tegenwoordig ook in parfums wordt gebruikt.
Uit analyses van de inhoud van een parfumflesje blijkt dat de Romeinen o.a. naar de plant patchoeli roken.
Eerste vondst van Romeins parfum
‘Hoewel er bij opgravingen talloze kruiken zijn opgedoken waarin de oude Romeinen parfums en geurige zalven bewaarden, is onze kennis over de chemische samenstelling of de herkomst van de stoffen die ze bevatten beperkt. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat een parfum uit de Romeinse tijd is geïdentificeerd,’ schrijven de onderzoekers in hun wetenschappelijke artikel.
Patchoeli komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië, dus de essentiële olie moet duizenden kilometers onderweg zijn geweest naar Spanje.
De onderzoekers vermoeden dan ook dat de eigenaren van het graf steenrijk zijn geweest en waarschijnlijk tot de plaatselijke aristocratie behoorden.