Hielden de Romeinen hun aquaducten geheim?

Schreven de Romeinen hun kennis van aquaducten op?

Aquaduct

Veel Romeinse aquaducten zijn bewaard gebleven, zoals hier in het Spaanse Andalusië.

In 95 n.Chr. kreeg Sextus Julius Frontinus de verantwoordelijkheid voor de watervoorziening van Rome. Twee jaar later schreef hij een standaardwerk – De aquis urbis Romae – waarin hij de aquaducten tot in detail beschreef. Zo precies zelfs dat de paus in 1453 een verwoest aquaduct makkelijk kon laten herbouwen.

Voor de Romeinen was een grondige kennis van waterleidingssystemen onontbeerlijk. Een Romein verbruikte gemiddeld zo’n 1000 liter water per dag – ter vergelijking: een Nederlander verbruikt circa 120 liter per dag. Voor een dergelijke consumptie was één bron niet toereikend, en de Romeinen moesten soms water halen uit bronnen op 100 kilometer afstand.

Het water moest die weg op eigen kracht afleggen: de aquaducten hadden een helling van twee meter per kilometer. De grootste vervoerden zo’n 190.000 m³ water per dag.

Het Romeinse systeem was zo degelijk dat het pas eind 19e eeuw overtroffen werd door moderne ingenieurs.