Gladiatoren aten vooral groenten
De gladiatoren kregen een beschermende vetlaag door gerst en groenten.

Groenen en gerst zorgden bij de gladiatoren voor een dikke vetlaag, waarmee ze in de arena grotere kansen hadden.
Romeinse gladiatoren leefden bijna uitsluitend van gerst en groenten. Dat blijkt uit onderzoek naar de botten uit verschillende graven die bij de stad Efese in Turkije zijn gevonden.
De reden dat de gladiatoren dit dieet volgden was niet dat ze niet van vlees hielden. Volgens antropoloog Karl Grossschmidt van de universiteit van Wenen was de plantaardige voeding rijk aan koolhydraten en eiwitten. De gladiatoren kweekten hierdoor een vetlaag die voor hen het verschil tussen leven en dood kon betekenen.
'Een dikke speklaag beschermt tegen snijwonden en beschermt de zenuwen en vitale bloedaderen. Als je je vetlaag openhaalt, kun je makkelijk verder vechten,' aldus Grossschmidt.
Drankje van verbrand hout en as van botten
Door het strenge vegetarische dieet kregen de gladiatoren niet altijd voldoende calcium binnen om hun botten sterk te houden. Daarom dronken ze volgens historische bronnen een mengsel van verbrand hout en as van botten, die grote hoeveelheden calcium bevatten.
Nieuwe studies tonen aan dat de botten van de gladiatoren inderdaad een hogere concentratie calcium bevatten dan die van de gewone bevolking.