Ver van menselijke invloed
Het komt wel vaker voor dat archeologen in de Alpen Romeinse munten of andere kleine voorwerpen vinden. Er waren passages in de bergen die als handelsroutes dienden, en het ligt dan ook voor de hand dat er soms dingen verloren gingen tijdens tochten door de bergen.
‘Deze plek ligt echter ver van menselijke invloed – in de Romeinse tijd, maar ook nu nog. En hier, op 2590 meter boven de zeespiegel, was er ook geen passage,’ zegt Regula Gubler, archeoloog in Bern en leider van het opgravingsproject.
De objecten lagen op een plateau tussen de toppen van de bergen Ammertenhorn en Wildstrubel. De ongebruikelijke vindplaats en de grote concentratie van waardevolle voorwerpen leidde tot de conclusie dat het om een plek ging die van groot religieus belang was voor de Romeinen.
‘We denken dat dit een heilige plaats was, waar mensen naartoe reisden om offers te brengen aan de goden – voornamelijk munten, maar ook andere dingen – om hen te bedanken of om hulp te vragen. Je zou het een soort bedevaart kunnen noemen,’ aldus Gubler.
Misschien beschouwden de Romeinen de plek als heilig omdat er zo veel bergkristallen waren. Die werden in ieder geval verzameld rond de offerplaats.
Caesar beet zich stuk op de Alpen
Julius Caesar probeerde al in 57 v.Chr. de Zwitserse Alpen te veroveren, maar pas in 7 v.Chr. lukte dat onder keizer Augustus, die de grenzen van het rijk veilig wilde stellen.
De munten van de offerplaats zijn gedateerd tussen 30 en 400 n.Chr., en aangezien de Romeinen begin 5e eeuw door de Bourgondiërs uit Zwitserland werden verdreven, was de offerplaats waarschijnlijk in gebruik zolang de Romeinen de baas waren over de Alpen.
Veel pelgrims kwamen mogelijk uit de stad Thun, zo’n 18 kilometer verderop in een dal. Bij eerdere opgravingen aldaar vonden archeologen inscripties die gewag maken van een plaatselijke Romeinse godin, die met de Alpen werd geassocieerd.