Op 10 maart 241 v.Chr. vochten 400 oorlogsgaleien uit Rome en Carthago de Slag om de Egadische Eilanden bij Sicilië uit.
Deze slag gaf de doorslag in de Eerste Punische Oorlog, die de machtsbalans rond de Middellandse Zee veranderde.
Sinds 2010 zijn er archeologische sporen van de slag gevonden, zoals metalen stormrammen die aan de voorkant van de schepen waren aangebracht om de zijkant van vijandelijke galeien te rammen
De opgravingen onder water zijn nog bezig, en onlangs vond een internationaal team nog twee stormrammen.
In totaal zijn er nu 27 stormrammen uit de grote zeeslag geborgen.
Nu zijn er echter ook munten gevonden van enkele van de duizenden gesneuvelde soldaten en zeelui.
Zeeslag veranderde machtsbalans
Naast stormrammen en munten zijn bij de laatste opgraving ook 27 helmen uit de zeeslag uit de Middellandse Zee gevist.
De meeste helmen zijn van het type montefortino, een oorspronkelijk Keltisch ontwerp dat populair werd in het Romeinse leger omdat het goed in massa te produceren was. Het helmtype werd ook gebruikt door soldaten uit Carthago.
Hoewel de munten en helmen er voornamelijk op wijzen dat de slachtoffers Romeinen waren, werd Carthago verslagen in de Slag bij de Egadische Eilanden.
Vóór de slag was Rome het sterkst op het land, terwijl zijn vijanden de zee beheersten.
Na de vernietiging van zijn vloot bij Sicilië moest Carthago wel vrede sluiten en grote delen van Sicilië aan Rome afstaan.

Een stormram had drie vinnen, die naar voren taps toeliepen. Zo richtten ze zo veel mogelijk schade aan aan een vijandelijk schip, terwijl de kans dat ze bleven steken minimaal was.