Bremen Kulturressort & Shutterstock
Romeinse zilveren munt in zandbak

8-jarige vindt Romeinse zilveren munt in zandbak op schoolplein

Een jongen uit Noord-Duitsland heeft een zeldzame munt uit het Romeinse Rijk gevonden, ook al woont hij in een gebied dat nooit onder Romeinse heerschappij is geweest.

De meeste kinderen zoeken naar goud en schatten als ze in de zandbak graven.

Maar voor de 8-jarige Bjarne werd het spel plotseling werkelijkheid toen hij in augustus 2022 op zijn basisschool in Duitsland in de zandbak speelde.

De jongen groef een 1800 jaar oude zilveren munt op uit het Romeinse Rijk.

Toen Bjarne zijn schat thuis liet zien, namen zijn ouders snel contact op met de autoriteiten in de Noord-Duitse stad Bremen.

Volgens archeologen gaat het om een Romeinse denarie, geslagen tijdens de regering van de filosofische keizer Marcus Aurelius van 161 tot 180 n.Chr. – de laatste Romeinse heerser die de Pax Romana of Romeinse Vrede handhaafde.

Hoge inflatie leidt tot slechter zilver

De pas ontdekte munt weegt 2,4 gram en is duidelijk versleten.

De denarie werd geslagen in een tijd waarin de Romeinen het zilvergehalte in hun munten terugbrachten om de hoge inflatie tegen te gaan, zegt Uta Halle, archeoloog en hoogleraar aan de universiteit van Bremen, in een persbericht.

Beide zijden van oude Romeinse munt

De zilveren denarie werd geslagen onder keizer Marcus Aurelius, tussen 161 en 180 n.Chr.

© Bremen Kulturressort

Ze noemt de vondst ‘heel bijzonder’, omdat het uiterst zeldzaam is dat Romeinse denariën worden gevonden rond Bremen in de gelijknamige deelstaat.

Dit gebied stond nooit onder Romeinse heerschappij, maar was het domein van de Chauken, een Germaanse stam die vaak handel dreef met het Romeinse Rijk.

De zilveren munt is mogelijk in Noord-Duitsland beland in het kader van die handel.

De 8-jarige scholier, die nu ‘amateurarcheoloog’ op zijn cv kan schrijven, mag zijn vondst niet houden, omdat deze volgens de wet aan de deelstaat toevalt.

Maar de archeologen van de deelstaat prijzen Bjarne voor zijn ‘oplettendheid en nieuwsgierigheid’ en beloven hem in het persbericht twee archeologieboeken als beloning voor zijn vondst.

Halle hoopt dat de denarie een plaats krijgt in het Focke Museum in Bremen, waar ze de afdeling oudheden leidt.