Ötzi had altijd kiespijn

Uit onderzoek naar de ruim 5.000 jaar oude ijsmummie Ötzi blijkt dat zijn gebit er slecht aan toe was. Dat kwam volgens deskundigen door zijn dieet – hij at voornamelijk granen.

Voor het eerst hebben onderzoekers het gebit van de ijsmummie Ötzi onderzocht.

Ötzi's gebit is nauwkeurig onderzocht

Een groot aantal gaatjes, parodontitis en sterk afgesleten kauwvlakken. Uit onderzoek naar de tanden van ijsmummie Ötzi blijkt dat de steentijdman in zijn laatste levensjaren vreselijk veel kiespijn moet hebben gehad.

"Het verbaast ons hoe slecht hij eraan toe was", vertelt paleopatholoog Frank Rühli van de universiteit van Zürich in het digitale tijdschrift Live Science.

Brood en graan beschadigden Ötzi's gebit

Volgens de onderzoekers is de schade aan Ötzi’s gebit grotendeels te wijten aan zijn koolhydraatrijke dieet. Ötzi at veel brood en zetmeelrijke graanpap, wat tandbederf bevordert. Bovendien werd graan in die tijd gemalen met stenen, waardoor er niet zelden piepkleine stukjes steen in het meel belandden.

"Dat werkt als schuurpapier op je tanden"­, verklaart Frank Rühli. Op een leeftijd van 45 jaar had Ötzi nauwelijks nog glazuur op zijn tanden.

Parodontitis tastte tandwortels aan

Ötzi leed ook aan parodontitis als gevolg van zijn slechte tandhygiëne. Daardoor was het kaakbot aangetast en zaten de tandwortels los. Het moet heel pijnlijk voor hem zijn geweest om warm of taai eten te nuttigen. Als Ötzi vijf à tien jaar langer had geleefd, was hij volgens Rühli al zijn tanden kwijtgeraakt