Wie bouwden totempalen?

De iconische, historische houten beelden zijn te vinden langs de westkust van Noord-Amerika. Maar welke indianen bouwden de totempalen, en waarom?

Indianenstammen zetten vaak meerdere totempalen neer naast hun huizen.

© Getty & Shutterstock

Met name de Kwakiutl, Haida, Tlingit en Tsimshian aan de noordwestkust van Noord-Amerika zetten totempalen neer.

Zij woonden onder meer in de Canadese provincie British Columbia, het zuiden van Alaska en op eilandjes voor de kust.

Oudere Hollywoodfilms schetsen dus een onjuist beeld als de hoge houten beelden te zien zijn bij de prairie-indianen in het midden van het continent zoals de Sioux, Comanche en Kiowa.

Totempalen gebouwd tijdens ceremonie

Totempalen begonnen als uitgesneden balken in de huizen van de indianen en groeiden uit tot losstaande palen die wel 10 meter hoog konden worden. Het is een relatief nieuw verschijnsel, dat piekte tussen 1850 en 1900.

De palen werden geplaatst tijdens een ceremonie voor dode of levende hooggeplaatste personen, en de dieren of fantasiefiguren stonden voor de afkomst van de eigenaar.

Zo toonde een beer dat de eigenaar tot de berenclan behoorde of dat een voorvader ooit de geest van een beer was tegengekomen. De figuren verwezen ook wel naar goede geesten en mythologische verhalen.

Beeld stond voor adoptie

Een beroemde totempaal verrees in de 19e eeuw in het Canadese dorp Masset toen het Haida-opperhoofd Anetlas een meisje adopteerde.