Mysterieuze Nazcalijnen zijn mogelijk geduid
Na jaren onderzoek is ontdekt dat veel figuren exotische vogels voorstellen, die alleen voorkomen ver van de plek waar de lijnen zijn getekend.

De Nazcalijnen zijn zo populair bij toeristen dat het World Monuments Fund ze op een lijst met bedreigd cultureel erfgoed heeft geplaatst.
Sinds ze in 1926 door de wetenschap werden ontdekt, lijken de enorme Nazcalijnen in Peru een onoplosbaar raadsel.
De tot 1 kilometer lange tekeningen, geogliefen geheten, zijn tussen 500 v.Chr. en 500 n.Chr. door de Nazca-indianen gemaakt en stellen voornamelijk dieren maar ook geometrische patronen voor.
Om welke dieren het echter precies gaat, kon lange tijd niet worden vastgesteld. Maar nu wel.
Speciale kolibriesoort
Een team Japanse onderzoekers onder leiding van archeozoöloog Masaki Eda onderzocht 16 geogliefen die eruitzien als vogels en vergeleek die met meer dan 2000 vogelsoorten die tegenwoordig in Peru en omgeving leven.
‘Tot dusver hebben we de vogels in deze tekeningen geïdentificeerd op basis van een algemene indruk of van enkele morfologische eigenschappen die bij elke figuur terugkomen,’ aldus Eda.
De onderzoekers hebben onder andere vastgesteld dat een van de figuren een heremietkolibrie voorstelt, een vogeltje dat in de bossen in het noorden van Peru leeft. Een andere tekening was van een pelikaan, die bij de kust huist. Beide vogels komen niet voor in het woestijnlandschap in het zuiden van Peru waar de Nazcalijnen zijn gemaakt.
Dieren leefden ver weg
Volgens het Japanse onderzoeksteam duiden de resultaten erop dat de Nazca geen lokale dieren tekenden, maar exotische, die ze bij expedities buiten hun eigen leefgebied tegenkwamen.
Waarom de Nazca in het zand tekenden, is nog steeds onbekend. Maar zoals Eda zegt: ‘Als de exotische vogels niet belangrijk voor hen waren geweest, hadden ze er geen geogliefen van gemaakt.’