Granger/Imageselect
Tekening van Frederic Remington: Lakota-indianen tijdens een geestendans.

Indianendans leidde tot Bloedbad van Wounded Knee

Eind 19e eeuw bedachten de Sioux-indianen een nieuwe geestendans. Het doel was om de prairie terug te winnen van de kolonisten. De Amerikanen zagen dit als een oorlogsverklaring en sloegen terug bij Wounded Knee. Hier lees je alles over het bloedbad dat wreed een einde maakte aan de indianenoorlog en nog altijd een open wond is in de VS.

Het Bloedbad van Wounded Knee wordt vaak gezien als de laatste indianenoorlog in Amerika.

Maar in werkelijkheid was het meer een massaslachting dan een oorlog.

Hier lees je het verhaal achter het Bloedbad van Wounded Knee en alle bewuste misverstanden die leidden tot deze tragedie.

De stem van Yellow Bird, de medicijnman, echoot over de besneeuwde prairie:

‘Vrees niet, maar laat jullie hart sterk zijn. Soldaten hebben ons omringd met kogels, maar ik ben ervan overtuigd dat hun kogels ons niet kunnen doorboren.’

Yellow Bird bevond zich samen met 350 Lakota-indianen, een afsplitsing van de Sioux, vlakbij de rivier Wounded Knee in het indianenreservaat Pine Ridge. Het was een ijskoude winterochtend op 29 december 1890.

De avond ervoor waren de indianen tegengehouden door 500 soldaten van het 7e Cavalerieregiment van het Amerikaanse leger, aangevoerd door luitenant-kolonel James W. Forsyth. In opdracht van de Amerikaanse overheid moest Forsyth alles wat ook maar leek op een indianenopstand opsporen en in de kiem smoren.

Wounded Knee museum.

Het museum bij Wounded Knee staat vlak bij het massagraf voor Lakota-indianen die op 29 december 1890 werden gedood. Het bloedbad vond plaats in dit heuvelachtige terrein.

© Shutterstock

De soldaten doorzochten de tipi’s van de indianen op zoek naar wapens, toen Yellow Bird zijn toespraak begon.

De medicijnman was niet bang voor Amerikaanse wapens. Net als veel andere Sioux geloofde Yellow Bird namelijk dat een speciale geestendans de indianen onkwetsbaar maakte voor vijandelijke kogels.

Yellow Bird gooide wat aarde de lucht in en begon te dansen. Steeds meer strijders deden mee, wat de Amerikaanse soldaten nerveus maakte. Zij zagen de rituele dans als een oorlogsverklaring.

De situatie was gespannen. Plotseling klonk er een geweerschot door de ijskoude lucht. En toen brak de hel los.

De soldaten schoten lukraak op de onbewapende indianen, die dood neervielen en de sneeuw rood kleurden met hun bloed.

Naast een witte vlag, die de indianen hadden gehesen als teken dat ze in vrede kwamen, werd een moeder met een baby in haar armen geraakt. De baby had niets door en bleef aan haar moeders borst zuigen, ook toen deze al was gestorven.

Te weinig bizons en te veel goud

Albert Bierstadt: ‘The Last of the Buffalo’ uit 1888.

In 1890 was de Amerikaanse bizon bijna uitgestorven. Dat is ook het thema van ‘The Last of the Buffalo’ van de Duits-Amerikaanse schilder Albert Bierstadt uit 1888.

© Shutterstock

Het Bloedbad van Wounded Knee was de grootste gewapende strijd tussen de inheemse Amerikanen en de kolonisten. Maar het was zeker niet de eerste.

Van 1492, toen Christoffel Columbus het Amerikaanse continent ontdekte, tot 1890 was het aantal oorspronkelijke Amerikanen gedaald van vijf miljoen naar amper 248.000.

Heel veel mensen kwamen om door ziektes die de Europeanen hadden meegenomen naar de Nieuwe Wereld. Anderen werden gedood tijdens veldslagen tussen de kolonisten en de oorspronkelijke bewoners. Weer anderen stierven van de honger.

De kolonisten roeiden ook de bizon uit – een dier dat de indianen niet alleen van vlees voorzag, maar ook van leer en stof voor tenten en kleding.

In de tweede helft van de 19e eeuw ging het aantal bizons snel achteruit. Uiteindelijk waren er nog maar 100 Amerikaanse bizons over. In de 17e eeuw waren dit er minstens 25 miljoen.

In 1830 ondertekende president Andrew Jackson een wet die bepaalde dat alle indianen naar reservaten ten westen van de Mississippi moesten verhuizen. Maar velen van hen weigerden te vertrekken, waarna duizenden indianen werden vermoord.

De oorspronkelijke bewoners noemden Andrew Jackson ‘Sharp Knife’ – en niet zonder reden.

300 jaar indianenoorlogen

Generaal Custer wordt verslagen bij Little Bighorn.

Generaal Custer en zijn 250 soldaten werden bij Little Bighorn verslagen door wel 3000 indianen.

© Historical/Getty Images

Het Bloedbad van Wounded Knee was de laatste grote gewapende strijd tussen de inheemse Amerikaanse bevolking en de kolonisten. Bijna 300 jaar lang vochten de indianen onder leiding van opperhoofden en krijgers zoals Crazy Horse en Sitting Bull tegen een Europese overmacht.

In de eerste eeuw na de ontdekking van Amerika leefden indianen en Europeanen relatief vreedzaam naast of met elkaar.

Maar in de 17e eeuw kwam er een massamigratie op gang, vooral vanuit landen zoals Engeland en Frankrijk. De kolonisten namen steeds meer grondgebied van de indianen in, wat natuurlijk leidde tot verschillende conflicten.

In de hele 17e eeuw en tot aan de Amerikaanse overwinning in de Onafhankelijkheidsoorlog van 1783 voerden de indianen en de Europese immigranten talloze oorlogen. In die tijd woonden er ongeveer 2,8 miljoen Europeanen in wat tegenwoordig de Verenigde Staten van Amerika heet.

Na de Amerikaanse onafhankelijkheid trokken miljoenen Europeanen naar Amerika in de hoop op een stukje grond en een beter bestaan.

En toen er in 1848 in Californië goud werd ontdekt, werd het land overspoeld door gewetenloze gelukzoekers die de natuur verwoestten en de indianen van hun land verdreven.

Opperhoofden zoals Crazy Horse, Sitting Bull en Red Cloud voerden in de tweede helft van de 19e eeuw een guerrillastrijd tegen de Amerikanen.

De indianen gebruikten hinderlagen, maar hadden geen militaire doelen. Zij wilden gewoon hun land behouden en hun leven leiden, zonder inmenging van de Europese agressor.

Wraak van de indianen

Toen er in 1848 goud ontdekt werd in Californië, stroomden mensen vanuit de hele VS en Europa naar het gebied.

En na elke vondst werd er een nieuw goudmijnstadje uit de grond gestampt. Al die nieuwkomers hadden een grote impact op het leven van de indianen.

Rivieromleiding in Californië als gevolg van goudwinning.

De inheemse bevolking van Noord-Amerika zag de jacht op goud van de kolonisten als een inbreuk op hun land. Deze Californische rivier werd in de jaren 1850 omgelegd, zodat er in de bedding naar goud kon worden gezocht.

Op zoek naar goud werden bergen opgeblazen, land afgegraven en rivieren verwoest, waardoor het voor de indianen steeds moeilijker werd om aan voldoende voedsel te komen via de jacht, landbouw en visserij.

Maar de oorspronkelijke bewoners gaven zich niet zomaar gewonnen, in 1876 namen ze wraak. De indianen onder leiding van Crazy Horse en Sitting Bull schokten de VS toen ze generaal Custer en zijn mannen versloegen bij Little Bighorn. Alle Amerikaanse soldaten kwamen erbij om.

In 1869 was Sitting Bull benoemd tot opperhoofd van de Sioux-indianen, die in het gebied tussen Minnesota en de Rocky Mountains leefden.

‘Ik haat alle blanke mannen. Het zijn dieven en leugenaars. Ze hebben ons land afgepakt en ons verbannen,’ zei Sitting Bull over zijn vijand.

Maar na de vernedering bij Little Bighorn was de haat wederzijds. Dat merkte Sitting Bull toen hij op 15 december 1890 werd aangehouden in zijn reservaat, Standing Rock. De aanklacht? Hij had zijn volk een geestendans laten dansen.

Geestendans beschermt tegen vijandelijke kogels

Geestendans van Lakota-indianen uit het Pine Ridge-reservaat.

De schilder Frederic Remington kwam direct na het Bloedbad van Wounded Knee naar het Pine Ridge-reservaat. De tekeningen die hij voor Harper Magazine maakte van een geestendans zeggen echter niets over de slachting van de Lakota-indianen. De indianen verloren ook de strijd om de waarheid.

© Public domain

De geestendans was de uitingsvorm van een eeuwenoud spiritueel ritueel dat vanaf de jaren 1870 steeds populairder werd onder de Sioux.

Van de in totaal 18.000 Sioux-indianen die in die tijd in Noord-Amerika leefden, waren er ongeveer 4000 aanhanger van deze nieuwe godsdienst.

Met hun geestendans wilden de indianen gestorven krijgers weer tot leven wekken, opdat deze hen konden helpen de kolonisten te verdrijven.

Samen zouden ze de kolonisten verslaan, de prairie heroveren en de bizons weer terugbrengen.

De Amerikaanse overheid was bang dat de geestendans tot een opstand zou leiden en zag deze als een directe oorlogsverklaring.

De pers voedde de publieke angst door te berichten over ‘rellen’ door ‘bloeddorstige barbaren’, die echter nooit hadden plaatsgevonden.

Op 13 november 1890 stuurde president Benjamin Harrison een derde van het Amerikaanse leger naar de Sioux-reservaten om een einde te maken aan ‘elke opstand die de levens en huizen van de kolonisten bedreigt’.

Spotted Elk en Sitting Bull.

Twee hoofdrolspelers in de gebeurtenissen die leidden tot het bloedbad. Links Spotted Elk (ook Big Foot genoemd), opperhoofd van de Lakota-stam, die werd uitgemoord bij Wounded Knee. Rechts het legendarische Sioux-opperhoofd Sitting Bull, die 14 dagen voor het bloedbad werd doodgeschoten tijdens zijn arrestatie.

© Public domain & Shutterstock

Met dat mandaat werd de 59-jarige Sitting Bull in de ochtend van 15 december 1890 gearresteerd door de reservaatpolitie (indiaanse agenten in dienst van de Amerikaanse overheid). Hij werd ervan beschuldigd dat hij zijn aanhangers zou hebben aangezet tot rebellie.

Tijdens zijn arrestatie gebruikten de Sioux geweld om te protesteren tegen de manier waarop de politie hun opperhoofd behandelde, en tijdens het tumult schoot een van de agenten Sitting Bull door het hoofd.

De moord op hun opperhoofd bracht een schok teweeg in alle Amerikaanse reservaten, en ongeveer 200 aanhangers van Sitting Bull vluchtten naar het reservaat Cheyenne River om zich aan te sluiten bij opperhoofd Spotted Elk.

Spotted Elk was het opperhoofd van de Miniconjou-indianen – een van de zeven onderdelen van de Amerikaanse Sioux.

Uit angst dat hem hetzelfde lot te wachten stond, trok Spotted Elk met zijn volk naar het reservaat Pine Ridge, ongeveer 320 kilometer ten zuiden van Cheyenne River.

Hier zou Spotted Elk een ander Sioux-opperhoofd, Red Cloud, ontmoeten voor overleg hoe ze de Amerikaanse klopjacht op hun volk konden stoppen.

Maar zo ver kwamen Spotted Elk en zijn stam niet.

Soldaten schoten op vrouwen en kinderen

Hotchkiss-revolverkanon gebruikt bij Wounded Knee.

Amerikaanse soldaten en indiaanse verkenners bij een Hotchkiss-kanon dat gebruikt werd tijdens het Bloedbad van Wounded Knee.

© Public domain/Library of Congress

We weten niet wie het eerste schot loste bij Wounded Knee.

Volgens de Amerikaanse soldaten waren het de indianen. Maar volgens de indianen was het een soldaat van generaal Forsyth die als eerste schoot.

Hoe dan ook, feit is dat de toch al gespannen situatie door het geweerschot helemaal uit de hand liep.

De soldaten begonnen lukraak op de onbewapende indianen te schieten. Vrouwen en kinderen probeerden te vluchten, maar werden getroffen door kogels van de militairen. En kanonnen die op een heuvelrug boven het kamp waren geplaatst, veranderden het conflict in een regelrecht bloedbad.

Een van de weinige overlevenden was de 13-jarige Alice Ghost Horse, die zich verstopte in een ravijn. Haar ouders werden vermoord.

‘Twee cavalerieregimenten kwamen op ons af en schoten op alles wat bewoog. Het geluid was oorverdovend en mijn mensen schreeuwden om hun kinderen,’ herinnerde ze zich jaren later.

Massamoordenaars kregen medailles

De Sioux-indianen konden fluiten naar een eerlijk proces tegen de soldaten die in 1890 hun stamleden hadden afgeslacht bij Wounded Knee. In plaats van een gevangenisstraf kregen de moordenaars een eremedaille voor hun moed.

Kolonel James Alexander Forsyth.
© Public domain

Luitenant-kolonel Forsyth loog onder ede

Promotie

Tijdens een hoorzitting direct na het bloedbad werd luitenant-kolonel Forsyth uit zijn functie gezet, hoewel hij zelf beweerde dat hij directe orders had gekregen om de Sioux bij Wounded Knee te vermoorden. Maar Forsyth kwam al snel weer terug in dienst en werd later bevorderd tot luitenant-generaal. Na onderzoek besloten de VS, onder leiding van de president en het ministerie van Defensie, om het Bloedbad van Wounded Knee te bestempelen als ‘een ongelukkig incident’.

Amerikaanse soldaten bij een massagraf bij Wounded Knee
© Public domain

20 soldaten ontvingen een medaille

Onderscheiding

Het Amerikaanse Congres gaf 20 soldaten een medaille (de Medal of Honor) voor hun inzet tijdens de ‘slag’ bij Wounded Knee. Deze medaille is de hoogste onderscheiding die een Amerikaanse militair kan ontvangen. Op de foto is te zien dat in de dagen na het bloedbad een massagraf werd gevuld met de bevroren lijken van indianen. Dit werk werd vooral door burgers gedaan.

Drie broers die Wounded Knee overleefden.
© Public domain

Strijd voor rechtvaardigheid gaat door

Nabestaanden

In 1990 bood het Amerikaanse Congres officieel excuses aan voor het Bloedbad van Wounded Knee. In 2019 behandelde het Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel om de medailles van de 20 militairen in te trekken. Het wetsvoorstel werd niet aangenomen, maar de strijd voor rechtvaardigheid gaat nog steeds door. Tientallen jaren waren drie Lakota-broers, die hun ouders en drie broers en zussen hadden verloren bij Wounded Knee, de meest actieve voorvechters.

‘Daar stierf de droom van een volk’

Een paar minuten later was het bloedbad voorbij. Vrouwen, kinderen en mannen lagen verspreid over het bevroren winterlandschap, het bloed gutste uit hun lichamen. In totaal kwamen 153 Sioux-indianen om, waaronder het opperhoofd Spotted Elk.

Het lichaam van Spotted Elk.

Na een slopende, twee dagen lange reis door de besneeuwde Amerikaanse prairie liep het Sioux-opperhoofd Spotted Elk een ernstige longontsteking op. Later kwam hij om bij het bloedbad.

© Wikimedia Commons

En nog veel meer indianen overleden de dagen erna aan hun verwondingen of de bittere kou. Er wordt geschat dat 300 van de 350 indianen in het Sioux-kamp stierven.

Onder de Amerikanen lag het aantal slachtoffers beduidend lager: 25 soldaten stierven en 39 soldaten raakten gewond – de meesten door hun eigen, verdwaalde kogels.

Na het bloedbad liet Forsyth zijn mannen het hele gebied uitkammen, op zoek naar levende indianen, die vervolgens op houten karren werden gegooid.

Een paar uur nadat de cavalerie de plaats delict had verlaten, kwam de Sioux-indiaan Black Elk aan bij Wounded Knee.

In zijn boek Black Elk Speaks vertelt de oude indiaan wat hij daar zag:

‘Ik zie de afgeslachte vrouwen en kinderen, verspreid over het kronkelende ravijn, nog net zo helder voor me als toen ik ze met mijn jonge ogen zag. En ik zie ook dat er in die bloederige modder nog iets anders is gestorven. Daar stierf de droom van een volk. Het was een mooie droom.’

Bezetting van Wounded Knee in 1973

Inheemse Amerikaan tijdens de bezetting van Wounded Knee in 1973.

De indiaan Oscar Bear Runner met geladen geweer tijdens de bezetting van Wounded Knee in 1973.

© Bettmann/Getty Images

In 1973 was Wounded Knee opnieuw het toneel van een dramatische confrontatie tussen de oorspronkelijke inwoners en de Amerikaanse overheid. In dat jaar bezetten zo'n 200 Sioux-indianen het gebied waar hun voorouders een eeuw eerder waren afgeslacht.

Op 27 februari werd Wounded Knee bezet door zo’n 200 Sioux-indianen van de militante beweging American Indian Movement (AIM).

De AIM streed voor de rechten van inheemse indianen in de VS. Met hun bezetting wilden ze twee doelen bereiken: ze wilden de corrupte reservaatvoorzitter Richard Wilson dwingen om af te treden, en ze wilden de Amerikaanse regering dwingen om de verdragen na te leven die in de 19e eeuw met de indianenstammen waren gesloten – en die in de jaren daarna steeds opnieuw werden geschonden.

Na 71 dagen kregen de Sioux hun zin. De belegering werd opgeheven en er werd onderhandeld. Inmiddels waren twee indianen en een FBI-agent gedood bij vuurgevechten tussen activisten en de autoriteiten.

Maar opnieuw kwam Washington zijn beloftes niet na. De AIM zette zijn strijd voor in de jaren 1970, maar de oorspronkelijke groepering viel uiteen toen in 1978 de meest prominente leden allemaal in de gevangenis zaten.