Enorme bassins van miljoenen oesterschelpen met plek voor duizenden vissen zijn volgens een nieuw onderzoek de verklaring dat de Calusa-indianen uit Florida 700 jaar geleden een machtig rijk op wisten te bouwen.
Anders dan de Maya’s, Azteken en Inca’s, die het van de landbouw moesten hebben, waren de Calusa vooral vissers en jagers.
‘We hebben lang aangenomen dat gemeenschappen die afhankelijk waren van vissen en jagen minder geavanceerd waren,’ schrijft William Marquardt van het natuurhistorisch museum van Florida in een persbericht.
Groot rijk heeft voedseloverschot nodig
Toch wisten de Calusa een rijk op te bouwen met enorme bouwwerken en een slagvaardig leger.
Hoe ze daar genoeg voedsel voor konden hebben, was tot nu toe een groot raadsel.
Marquardt, die de ontdekking samen met andere wetenschappers deed, onderzocht twee kunstmatige visbassins op het eiland Mound Key in de monding van de rivier de Estero. Daar lag de hoofdstad van het rijk, Calos.
Het grootste van de rechthoekige bassins, die beide naast een groot kanaal liggen, beslaat meer dan 3300 m2 of bijna vijf voetbalvelden.
Vis bleef vers
De fundering van de bassins bestaat uit oesterschelpen, en om de baden heen staat een 0,9 meter hoge muur van hetzelfde materiaal.
Volgens de onderzoekers hadden de bassins openingen naar het kanaal toe, zodat de indianen er vissen in konden drijven, waarna ze de gaten afsloten met netten.
De onderzoekers denken dat de bassins dienden om de vissen vers te houden tot ze werden gevangen en bereid.
Uit koolstof 14-analyses blijkt dat de bassins dateren uit de 14e eeuw. In die tijd bouwden de Calusa onder meer een enorm paleis met plaats voor 2000 mensen.
Volgens de onderzoekers wisten de Calusa het landschap naar hun hand te zetten en waren ze daardoor in staat om een rijk op te bouwen met zo’n 20.000 inwoners en een wijdvertakt handelsnetwerk.